Anthropic verrast markt met Opus 4.5 dat goedkoper én slimmer wordt

Anthropic heeft met Claude Opus 4.5 een opvallende doorbraak bereikt. Het nieuwe model scoort 21 procent punten hoger in de WeirdML-benchmark en wordt tegelijk 66 procent goedkoper. Onderzoekers zien dit als bewijs dat kunstmatige intelligentie niet vertraagt, maar juist versnelt.

Onderzoeker Havard Ihle publiceerde deze week nieuwe resultaten van de WeirdML-benchmark. Deze test meet het vermogen van AI-modellen om onbekende datasets te begrijpen. Claude Opus 4.5 laat daarin een sprong zien die volgens analisten groter is dan eerdere modelgeneraties samen.

Het model stijgt van ongeveer 42 procent naar 63 procent nauwkeurigheid. Dat is een vooruitgang van 21 procent punten. Tegelijkertijd daalt de prijs voor dezelfde hoeveelheid rekenwerk met ongeveer tweederde. Daarmee wordt het model niet alleen beter, maar vooral veel betaalbaarder.

WeirdML vergelijkt verschillende generaties van de Haiku-, Sonnet- en Opus-modellen. Opus presteerde in eerdere versies vaak minder goed dan de Sonnet-lijn. Claude Opus 4.5 doorbreekt dat patroon volledig en laat voor het eerst een duidelijke voorsprong zien in zowel prestaties als kosten.

AI-analist Peter Gostev noemt de resultaten een versnelling die het narratief van een remmende AI-industrie onderuit haalt. Modellen zouden volgens eerdere theorieën slimmer worden, maar steeds duurder in training en gebruik. Die verwachting leidde tot de bekende gedachte dat bedrijven richting clusters van honderd miljard dollar zouden moeten gaan.

Opus 4.5 toont het tegenovergestelde. De nieuwste generatie blijkt aanzienlijk efficiënter, waardoor de kosten per token dalen terwijl de prestaties juist stijgen. Dat creëert een nieuw soort schaalvoordeel. Goedkopere intelligentie betekent dat bedrijven, ontwikkelaars en onderzoekers krachtigere modellen kunnen inzetten zonder enorme investeringen.

Gostev benadrukt dat de benchmark van Ihle open beschikbaar is. Daardoor kan de gemeenschap de cijfers controleren en vergelijken met andere modellen. De discussie verschuift nu van pure schaal naar de snelheid waarmee efficiëntie toeneemt.

De snelle vooruitgang van Claude Opus 4.5 roept een grotere vraag op. Wordt efficiëntie de nieuwe maatstaf voor AI-ontwikkeling? Waar eerdere generaties vooral groeiden door grotere datasets en meer rekenkracht, laat deze sprong zien dat slimme optimalisaties en modelarchitecturen mogelijk belangrijker worden.

Als deze trend doorzet, dan wordt krachtige kunstmatige intelligentie toegankelijk voor aanzienlijk meer gebruikers. Dat geldt voor startups, onderzoeksinstellingen en zelfs individuele ontwikkelaars. De drempel voor geavanceerde toepassingen daalt snel, omdat de kosten voor intensieve taken verder kunnen zakken.

Analisten zien hierin een mogelijke route naar betaalbare AGI. Wanneer modellen steeds efficiënter worden, neemt de weerstand tegen schaal weg en ontstaat een markt waarin innovatie sneller verloopt dan gepland. Claude Opus 4.5 wordt daarmee niet alleen een upgrade, maar een signaal. De efficiëntiecurve lijkt opnieuw omhoog te buigen.

De verbeteringen van Opus 4.5 creëren druk op concurrerende bedrijven. OpenAI, Google en Meta werken aan eigen modellen die vergelijkbare stappen moeten zetten. Als efficiëntie centraal komt te staan, dan wordt prijs een belangrijk wapen in de AI-strijd.

Voor gebruikers betekent dit dat geavanceerde AI-toepassingen sneller binnen handbereik komen. Taken zoals complexe analyses, simulaties en modellering worden goedkoper en schaalbaarder. De WeirdML-resultaten laten zien dat de sector nog lang niet tegen een muur aanloopt.