Programmeren klinkt soms ingewikkeld voor mensen die niet met computers werken: je moet speciale talen leren, zoals Java of Python, en regels onthouden die snel fout kunnen gaan. Maar er is een nieuwe ontwikkeling die dit verandert:
vibe coding. Het idee komt van AI-expert Andrej Karpathy en betekent dat je geen regels of programmeertaal meer nodig hebt. In plaats daarvan vertel je een AI-programma in gewone woorden wat je wilt, en de computer schrijft zelf de code, aldus
The Verge vandaag.
Waar wordt het al gebruikt?
Dit idee klinkt futuristisch, maar bedrijven gebruiken het al. In de VS zijn er startups die bijna al hun software laten schrijven door AI. Grote investeerders steken er veel geld in, omdat ze denken dat dit de toekomst van programmeren is. Ook grote bedrijven beginnen ermee te experimenteren, bijvoorbeeld om sneller kleine tools te bouwen die normaal weken zouden kosten. Inmiddels wordt het voor net afgestudeerde programmeurs steeds
moeilijker om een baan te vinden. Jarenlang was een vaste baan na het afronden van een IT-opleiding bijna gegarandeerd.
Wat zijn de voordelen?
Vibe coding maakt software ontwikkelen veel toegankelijker. Je hoeft geen expert meer te zijn: ook iemand zonder programmeerervaring kan in principe een app of website laten maken. Dit kan veel tijd en geld schelen, en het opent de deur voor creatieve mensen die normaal nooit zouden kunnen programmeren.
Maar er zijn ook risico’s
Als de AI de code schrijft, begrijp je zelf misschien niet meer wat er onder de motorkap gebeurt. Dat kan gevaarlijk zijn als er fouten in de code zitten, of als de software gebruikt wordt in belangrijke systemen, zoals banken of ziekenhuizen. Deskundigen waarschuwen dat vibe coding handig is voor simpele taken, maar dat mensen nog steeds nodig blijven om te controleren of alles veilig en betrouwbaar werkt, volgens de
Financial Times.
De toekomst van programmeren?
Of vibe coding echt de toekomst wordt, is nog de vraag. Wat wel duidelijk is: kunstmatige intelligentie verandert hoe we met computers omgaan. Waar je vroeger moeilijke codes moest leren, kan je nu bijna gewoon een gesprek voeren met de computer. Dat maakt programmeren minder een vak voor specialisten en meer een hulpmiddel voor iedereen.