Achter de schermen van de kunstmatige intelligentie (AI) doorbraken in China, klinken nu verontrustende geluiden. De afgelopen jaren zijn meerdere topwetenschappers overleden op jonge leeftijd. Wat is er precies aan de hand?
De AI industrie in China groeit razendsnel. En hoewel dat voor het land en de economie een enorm goede ontwikkeling is, staan onderzoekers hierdoor steeds meer onder druk. Er moet gepresteerd worden om mee te blijven in de AI wedloop, waarin Amerika nog altijd een grote voorsprong heeft. Volgens experts werken sommigen structureel extreem lange dagen, met weinig ruimte voor rust of herstel.
De stress lijkt bij AI extra te zijn omdat de doorbraken zich op zo een snel tempo afwisselen. Volgens computerwetenschapper Liu Shaoshan is de druk in de industrie enorm. “De sector ontwikkelt zich zo snel dat je idee al ingehaald kan zijn voordat je het af hebt,” legt hij uit. Dat zorgt niet alleen voor stress, maar ook voor een race tegen de klok die mentaal zijn tol eist.
Sommigen wordt de stress te veel. In het ene geval leidt het tot een burn-out, en in het ergste geval zelfs overlijden. Een van de recente slachtoffers was Sun Jian, hoofdwetenschapper bij het gerenommeerde AI bedrijf Megvii Technology in Peking.
Hij is niet de enige. Ook andere briljante geesten uit vakgebieden zoals medische technologie, militaire AI en computervisie zijn op jonge leeftijd overleden aan ziektes of door ongelukken. Wat deze gevallen extra schrijnend maakt, is dat het vaak jonge onderzoekers betreft die in de bloei van hun carrière zaten en baanbrekend werk verrichtten.
De vroege overlijdens van Chinese AI wetenschappers doen een belangrijke vraag rijzen: wat is de menselijke prijs van deze technologische voorsprong? Het is duidelijk dat er iets verandert moet worden. Maar in hoeverre dat gaat lukken blijft de vraag.
China zal onbetwist door willen blijven groeien als AI supermacht. Bedrijven zoals DeepSeek hebben furore gemaakt door een enorm goedkoop model te realiseren. Die inhaalslag zal het Aziatische land waarschijnlijk niet snel willen inleveren.