EU plant miljardeninvestering om AI en techindustrie te versterken

De Europese Unie werkt aan een ambitieus plan van ongeveer 11 miljard euro om strategische industrieën én kunstmatige intelligentie op te waarderen. Deze stap past in een bredere poging om technologische autonomie te versterken en zich minder afhankelijk te maken van buitenlandse spelers, volgens Reuters.

De investering richt zich op sleutelsectoren, waaronder AI, chips, datacenters en aanverwante technologieën. Doel is om innovatie in Europa te stimuleren, te zorgen dat bedrijven sneller kunnen groeien, en om marktkracht te ontwikkelen die gelijk kan opgaan met de VS en China.

Europa kampt al langere tijd met een achterstand op technologische concurrenten zoals de Verenigde Staten en China. Europese startups groeien minder snel door kapitaaltekorten, fragmentatie van regelgeving tussen lidstaten en beperkte schaal. (Zie ook het plan “Scaleup Europe” van de Europese Commissie).

Met deze investering beoogt de EU dat het gat wordt gedicht: zowel in technologische capaciteiten als in mondiaal marktaandeel. De strategie bestaat uit een mix van publieke subsidies, fondsen voor private investeringen en stimulansen om schaalvergroting te bevorderen.

Eén element van het plan is de oprichting van “AI gigafabrieken”. Dat zijn grote reken- en datacentra specifiek ingericht voor grootschalige AI-ontwikkeling. De EU kondigde al aan dat in totaal ongeveer 20 miljard euro ingediend wordt voor dergelijke projecten.

Er zijn inmiddels tientallen voorstellen ontvangen voor locaties in verschillende lidstaten: 76 bedrijven uit 16 landen dienden plannen in voor gigafabrieken op 60 mogelijke locaties.

Daarnaast werkt de Europese Investeringsbank aan plannen voor een investeringsfonds dat AI en halfgeleiders moet ondersteunen.

Hoewel het plan ambitieus is, zijn er concrete uitdagingen. Een belangrijke is de beschikbaarheid van chips. Geavanceerde GPU’s en andere hardware zijn vaak geïmporteerd, vooral uit de VS of Azië. Als de toevoerketen verstoord is, kunnen de EU-projecten vertragen.

Ook de stroomvoorziening en infrastructuur vormen knelpunten. AI-gigafabrieken verbruiken enorme hoeveelheden energie en vereisen koelsystemen, hoge bandbreedte en betrouwbare netwerken.

Verder is er het risico dat investeringen vooral naar de grootste spelers gaan, de gevestigde techbedrijven, terwijl kleinere startups minder profiteren. Dit kan de ongelijkheid binnen de EU verder vergroten.

Ten slotte is het belangrijk hoe de investeringen worden beheerd. Transparantie, toezicht en doeltreffend werk zijn cruciaal om verspilling of corruptie te voorkomen.

Met dit plan positioneert de EU zich als speler in de hightecharena, met het streven om eigen AI-infrastructuur te ontwikkelen in plaats van afhankelijk te zijn van buitenlandse aanbieders. Het plan is ambitieus, mogelijk risicovol, maar getuigt van ernst in het streven naar technologische soevereiniteit in Europa.

De komende jaren zullen laten zien of deze investering voldoende pond kracht heeft om de genomen stap om te zetten in blijvende technologische capaciteiten — en of Europa zichzelf kan herstellen als een wereldspeler in AI en technologie.