Grote sprongen in AI vertragen, en dat hoeft geen probleem te zijn

Met een rustiger tempo krijgen bedrijven meer tijd om AI goed in hun systemen in te passen. Veel organisaties lopen nog te worstelen met data­veiligheid, onnauwkeurige AI-resultaten (de zogeheten “hallucinaties”) of dure mislukte toepassingen. Door minder snelle vernieuwingen kunnen zij bestaande tools beter begrijpen, testen en toepassen op manieren die echt werken binnen hun dagelijkse werk.

De huidige situatie lijkt op eerdere technologiegolven, zoals bij stoomkracht, elektriciteit en computers. Aanvankelijk leidden technologische vernieuwingen niet meteen tot productiviteitswinst. Vaak duurt het jaren, zoals bij AI nu, voordat we die waarde echt merken. Volgens ingewijden, zoals adviseur Michael Chui van McKinsey, zal AI zich ontwikkelen over meerdere decennia, vergelijkbaar met de opkomst van internet.

CEO Sam Altman van OpenAI heeft onlangs zelf aangegeven dat beleggers iets te enthousiast waren. In plaats van elke paar maanden een “magisch” nieuw model, verwachten bedrijven nu ook meer stabiliteit en realistische verbetering, soms in kleine stappen, maar wél betrouwbaar.

Hoewel de snelheid van verbeteringen afneemt, blijft AI waardevol: denk aan automatische samenvattingen, slimme ondersteuning bij schrijven, geautomatiseerde administratie en nog veel meer. Bedrijven kunnen zich nu richten op realistische, betrouwbare toepassingen die echt bijdragen aan hun doelen. Met deze rustige, beheerste ontwikkeling kan AI juist steviger en beter ingebed raken in ons dagelijks leven.