OpenAI en Jony Ive lopen vast bij ontwikkeling van AI-apparaat

OpenAI en ontwerper Jony Ive lijken tegen technische problemen aan te lopen terwijl ze werken aan een nieuw AI-apparaat, laat TechCrunch weten.

Na de overname van Ive’s startup io voor $6,5 miljard, kondigden partijen aan dat een klein, schermloos “always-on” AI-apparaat op de planning staat. Maar verschillende bronnen zeggen nu dat belangrijke ontwerpvraagstukken nog niet zijn opgelost, wat de geplande lancering mogelijk vertraagt. 

Volgens berichten moet het toestel reageren op audio en visuele signalen uit de omgeving, zonder dat je een scherm hoeft te bedienen. (Bron: TechCrunch) De bedoeling is dat het apparaat natuurlijke interacties mogelijk maakt, waarbij je het kunt aanspreken en het begrijpt wat je bedoelt, in plaats van starre commando’s.

Toch stuiten de teams op meerdere lastige details. Zo blijft onduidelijk wat de “persoonlijkheid” van de AI zal zijn: hoe vriendelijk, direct, of terughoudend moet het apparaat zijn? Ook privacy vormt een punt van zorg. Bovendien is de benodigde rekencapaciteit voor zo’n apparaat groot, en dat vormt een technische bottleneck.

Een andere uitdaging is dat het apparaat mogelijk autonoom in gesprek komt: het moet weten wanneer het moet luisteren, reageren of zwijgen, zonder continu opdringerig te zijn. volgens bronnen worstelt het team met het finetunen van die balans.

De ontwikkeling van hardware-AI is van nature risicovol. Het combineren van geavanceerde modellen, stroomverbruik, sensorintegratie en gebruiksvriendelijkheid in één klein apparaat is een complex puzzelstuk.

Bovendien is OpenAI vooral bekend als software- en AI-expert, niet als hardware-fabrikant. Hoewel de overname van io designers en hardwarekennis toevoegt, betekent dat niet dat alle uitdagingen meteen opgelost zijn.

Er is ook druk: verwachtingen zijn hoog. OpenAI’s waarde en imago hangen mede samen met de belofte dat het niet alleen software, maar ook nieuwe vormen van menselijke interactie zal vormgeven.

Als de problemen te snel niet worden opgelost, kan de introductie ergens na 2026 uitgesteld worden, of het apparaat kan in uitgeklede vorm op de markt komen. Vertraging betekent dat concurrenten (zoals Apple, Google of andere AI-hardwarebedrijven) een voorsprong kunnen nemen.

Ook is er reputatierisico. Mensen en investeerders zullen kritisch zijn als beloften niet gevolgd worden door werkende producten, vooral als de verwachtingen eerst te hoog zijn gespannen.

Hoewel het idee van een subtiel, intelligent en contextbewust AI-apparaat intrigerend is, laat dit traject zien dat de sprong van modellen naar echt bruikbare hardware niet vanzelf gaat. OpenAI en Jony Ive hebben visie, maar de praktische uitvoering blijkt een lastige weg.