Britse werkgevers houden rekening met een loonsverhoging van ongeveer 3% in het komende jaar, maar uit een onlangs gepubliceerde enquête blijkt dat veel bedrijven tegelijkertijd vrezen dat kunstmatige intelligentie banen zal doen verdwijnen. Het Chartered Institute of Personnel and Development (CIPD) rapporteerde dat van de bedrijven die deelnamen aan de enquête ongeveer één op de zes verwacht dat AI binnen twaalf maanden tot personeelsreductie zal leiden. Een kwart van die groep voorziet zelfs een krimp van meer dan 10%, volgens
Reuters.
Loonverwachting blijft stabiel
Volgens de CIPD-enquête, uitgevoerd tussen 19 september en 14 oktober onder ruim 2.000 Britse bedrijven, ligt de mediane verwachte loonsverhoging op 3% voor het komende jaar. Dit is dezelfde waarde als in de afgelopen zes kwartalen. Tegelijkertijd meldt de Bank of England dat de loonverwachtingen iets hoger liggen: werkgevers voorzien gemiddeld 3,7% loonstijging in de drie maanden tot oktober: het hoogste cijfer in vijf maanden. Ondanks deze verwachtingen blijft de arbeidsmarkt onder druk staan, met vooral in de publieke sector zwakke aanwervingsintenties.
Angst voor AI en baneninkrimping
Een opvallend resultaat uit de CIPD-enquête is dat AI-tools niet alleen worden gezien als toekomststrategie, maar ook als directe oorzaak van verwachte personeelsafbouw. Van de bedrijven die banenverlies voorzien door AI, richt het gevaar zich vooral op junior leidinggevenden, administratieve en clericale functies. Volgens de cijfers verwacht een kwart van deze bedrijven dat de reductie groter zal zijn dan 10%.
Employer-representanten uitten hun zorg over de publieke middelen én belastingdruk: de CIPD deed de oproep aan de Britse minister van Financiën, Rachel Reeves, om tijdens de begroting op 26 november geen verdere maatregelen voor werkgevers in te voeren die het aannemen nog lastiger maken.
Waarom deze combinatie van loonsverhoging en terughoudendheid?
De situatie lijkt paradoxaal: bedrijven verhogen lonen enigszins, maar nemen terughoudendheden in personeel aan. Volgens de CIPD komt dat doordat bedrijven enerzijds willen behouden dat zij goede werknemers kunnen houden, maar anderzijds onzeker zijn over toekomstig personeelsgebruik. AI-investeringen spelen daarbij een rol: technologie maakt sommige banen overbodig of verandert de aard van werk. Een senior econoom bij CIPD, James Cockett, sprak over de noodzaak van een sterker lange termijnwerkplan voor vaardigheden en overgangsmogelijkheden.
Ook macroeconomische factoren spelen mee: inflatie, stijgende werkgeverslasten en een terughoudende investeringshouding beperken de ruimte voor grotere loonstappen of massale aanwervingen.
Wat betekent dit voor werknemers en werkgevers?
Voor werknemers betekent het dat hoewel een loonsverhoging in zicht is, het geen ruime stijging wordt, en dat de
werkzekerheid voor sommige functies mogelijk onder druk staat door AI. Voor werkgevers geldt dat zij wereldwijd technologie inzetten om werkprocessen te veranderen, maar dat ze de sociale en vaardighedenaspecten van deze transitie steeds meer moeten managen.
Het is eveneens een signaal voor beleidsmakers: technologische verandering is niet alleen een economische factor, maar raakt de arbeidsmarkt en sociale contracten. Het investeren in vaardigheden, stagelimieten en loopbaantransities wordt daardoor steeds belangrijker in het beeld.