China dringt bij Nederland aan op correcties rond Nexperia-besluit

China heeft de Nederlandse regering gevraagd om fouten in haar besluit over het Chinese technologiebedrijf Nexperia recht te zetten. De gesprekken tussen Peking en Den Haag gaan over een recente beslissing van de Nederlandse Autoriteit Consument & Markt (ACM) rond de controle van overnames door buitenlandse bedrijven. Volgens Beijing bevatte het oordeel onjuiste informatie over de activiteiten en de structuur van Nexperia, een bedrijf dat chips maakt met fabrieken in verschillende landen. Deze kwestie valt binnen bredere spanningen over technologie, buitenlandse investeringen en nationale belangen, volgens berichtgeving van Reuters.

Nexperia is een chipfabrikant met wortels in China. Het bedrijf heeft fabrieken in Nederland, Duitsland en andere Europese landen. In 2025 beoordeelde de Nederlandse toezichthouder ACM een eerdere transactie waarbij Nexperia aandelen kreeg in een Nederlands bedrijf dat halfgeleiders maakt. De focus van de ACM lag op mogelijke risico’s voor de nationale en Europese technologiepositie, gezien de strategische waarde van chips. China vond dat de ACM de feiten verkeerd had geïnterpreteerd en dat de besluitvorming niet goed onderbouwd was. Volgens Beijing was er sprake van misverstanden over wie welke activiteiten en belangen bezit binnen de groep.

China heeft diplomatieke kanalen gebruikt om zijn zorgen kenbaar te maken aan Nederland. In officiële verklaringen stelt Peking dat correcte informatie over de structuur en activiteiten van Nexperia van belang is om beslissingen te baseren op feiten in plaats van verkeerde aannames. De Chinese regering vraagt om een herziening of correctie van het Nederlandse besluit zodat het beeld van de situatie overeenkomt met de werkelijkheid zoals China dat ziet.

De discussie over Nexperia past binnen een grotere mondiale context van voorzichtigheid rond technologiebedrijven, vooral in de halfgeleidersector. Chips worden gezien als cruciale onderdelen voor diverse industrieën, van elektronica tot defensie. Overheden willen vaak zicht hebben op wie de controle heeft over strategische productiecapaciteit. In Europa en de Verenigde Staten is er daarom meer aandacht voor buitenlandse investeringen als die invloed kunnen hebben op de technologische infrastructuur.

De Nederlandse ACM kijkt bij dit soort besluiten naar concurrentieaspecten en mogelijke risico’s voor nationale belangen. Dat kan betekenen dat investeringen door buitenlandse partijen extra onder de loep worden genomen, vooral als die partijen banden hebben met regeringen die strategische doelen hebben. Voor China is het belangrijk om te benadrukken dat Nexperia een commercieel bedrijf is en geen verlengstuk van overheidsbeleid. De Chinese regering wil dat dit duidelijk wordt erkend in de Nederlandse beoordeling.

In Nederland is er begrip voor de zorgen van handelsrelaties, maar er is ook een eigen proces voor het toetsen van investeringen. De ACM opereert volgens nationale wetgeving en Europese regels die moeten waarborgen dat markten open blijven, maar dat de concurrentie en nationale veiligheid niet in het gedrang komen. Het besluit over Nexperia heeft geleid tot discussies binnen politieke en economische kringen over de juiste balans tussen openheid voor buitenlandse investeringen en bescherming van strategische sectoren.

Sommige economische experts wijzen erop dat transparantie in besluitvorming en goede communicatie tussen regeringen belangrijk zijn om misverstanden te voorkomen. Het vraagt om nauwkeurige feiten en heldere interpretaties van bedrijfsstructuren, vooral als bedrijven actief zijn in meerdere landen met complexe eigendomsverhoudingen.

De kwestie maakt deel uit van bredere geopolitieke spanningen rond technologie en economische invloed. In de afgelopen jaren zijn Europese landen vaker terughoudend geweest bij buitenlandse investeringen in sectoren die als strategisch worden gezien. Dat kan voortkomen uit bezorgdheid over nationale veiligheid, maar ook uit economische concurrentieoverwegingen.

Voor China is het van belang dat investeringen van haar bedrijven in Europa worden gezien als zakelijke ondernemingen en niet automatisch als instrumenten van staatsbeleid. De oproep om fouten te corrigeren in het Nederlandse besluit rond Nexperia benadrukt deze wens om investeringen in een ander licht te zien. Hoe de Nederlandse regering hierop reageert en of er veranderingen in de besluitvorming komen, zal de komende tijd duidelijk worden. De uitkomst kan gevolgen hebben voor andere investeringszaken en de manier waarop Europese landen omgaan met strategische technologiebedrijven.