CEO Jarek Kutylowski roept Europese leiders op om technologische soevereiniteit te versterken en AI-ontwikkeling niet langer te vertragen.
Jarek Kutylowski, oprichter en CEO van vertaalbedrijf
DeepL, luidt de noodklok over de toekomst van kunstmatige intelligentie (AI) in
Europa. Volgens hem wordt 2026 het beslissende jaar waarin de Europese Unie haar rol in de ontwikkeling en toepassing van AI moet versterken om niet volledig achter te raken op de Verenigde Staten en China.
Kutylowski stelt dat er nog tijd is om Europa technologisch weerbaarder te maken, maar waarschuwt dat “volgend jaar wel eens het laatste kan zijn waarin echt verschil gemaakt kan worden”.
“Technologische soevereiniteit gaat verder dan datalocatie”
Volgens Kutylowski kijkt Europa te veel naar waar data worden opgeslagen, terwijl de kern van soevereiniteit juist ligt in kennis, eigendom van
AI-modellen en het bouwen van Europese technologiebedrijven. Hij benadrukt dat Europa alleen succesvol kan zijn als het zelf de technologische fundamenten bezit waarop AI draait.
“Om Europa als een echte AI-speler te laten slagen, moeten we niet blindstaren op datalocatie. Het gaat om controle over kennis, infrastructuur en bedrijven,” zegt de DeepL-topman.
Investeren in infrastructuur en talent
Kutylowski roept beleidsmakers op om in 2026 vol in te zetten op toegankelijke AI-infrastructuur, betere regelgeving voor werknemersaandelen en meer investeringen in Europese AI-technologie. Die maatregelen moeten jonge bedrijven helpen groeien en innovatie bevorderen.
Daarnaast pleit hij voor meer vertrouwen in Europese capaciteiten. “Wij zijn in staat om te concurreren op AI-gebied,” zegt Kutylowski. “Als overheden lokale initiatieven stimuleren, burgers betrekken en investeringen aantrekken, leggen we de basis voor toekomstig succes.”
Volgens hem moeten Europese leiders vooral faciliteren in plaats van reguleren. Alleen dan kan het continent zijn positie behouden in de wereldwijde strijd om AI-innovatie.