Uit documenten van het Amerikaanse House Oversight Committee blijkt dat Jeffrey Epstein al jarenlang bezig was om zijn digitale reputatie te manipuleren. In december 2010 klaagt hij per e-mail: “the google page is not good,” terwijl hij al een veroordeelde pedofiele seksdelict had gepleegd en geregistreerd stond als zedendelinquent. Hij betaalde grote bedragen aan SEO-(zoekmachineoptimalisatie) en PR-bureaus om negatieve publiciteit uit de eerste pagina van de zoekresultaten van Google te krijgen, volgens
The Verge.
De tactiek
Epstein en zijn kring maakten gebruik van beproefde SEO-praktijken: nieuwe websites opzetten, content regelmatig bijwerken, berichten plaatsen die zijn belangen of wetenschappelijke betrokkenheid benadrukten, en proberen artikelen die hem negatief belichtten naar lagere posities in de zoekmachine te duwen. Er wordt zelfs gesproken over het wijzigen van zijn pagina op
Wikipedia om foto’s te vervangen en termen zoals “sex offender” of “pedophile” te verminderen of te vervangen. Volgens een SEO-consultant werd het hele project op prijs gesteld op zo’n 100.000 USD als startbedrag, en daarna een vijfcijferige kostenpost per maand om het resultaat te behouden.
Waarom het werkte
Zoekmachines zoals Google zijn voor veel mensen het eerste zicht op iemand. Wanneer negatieve artikelen nauwelijks bovenaan verschijnen, ziet een leek vaak een ander verhaal. Het artikel beschrijft hoe zelfs instellingen zoals Massachusetts Institute of Technology in hun beoordeling van Epstein’s donaties mede afgingen op wat er online over hem te vinden was. Het laat zien hoe digitale reputatie-management een belangrijk instrument kan zijn: niet alleen voor bedrijven, maar ook voor personen die te maken hebben met ernstig misbruik, en die willen dat die feiten minder zichtbaar zijn.
De gevolgen
Het artikel maakt duidelijk dat de inzet van SEO en PR door Epstein zijn fysieke daden niet heeft weggenomen of ongedaan gemaakt, maar wel heeft geholpen om publieke zichtbaarheid te beperken en draagvlak te scheppen in bepaalde kringen. Zo werd hij in bijvoorbeeld een interview omschreven als ‘ex-con who had done well on Wall Street’ terwijl de aard en omvang van zijn misdrijven er minder nadrukkelijk in stonden. Verder toont het hoe digitale platforms en de manier waarop we ze gebruiken een rol kunnen spelen in het vormgeven van publieke perceptie, met alle risico’s die daar aan verbonden zijn.
Wat maakt dit relevant
Voor lezers is dit een aanknopingspunt om te beseffen dat wat je online over iemand te zien krijgt, vaak een mix is van feiten, manipulatie en weging. Dat geldt zeker wanneer mensen of organisaties beschikken over middelen om hun zichtbaarheid te sturen. Het laat ook zien dat techniek (zoals SEO) en moraliteit elkaar raken: wie de tools kent, kan voordeel behalen, zelfs in gevallen met zeer ernstige onderliggende feiten.