Opinie: Neem afscheid van de AI-bubbel en maak je klaar voor de crash

Nieuws
donderdag, 21 augustus 2025 om 16:00
latimes
De meeste mensen die niet diep in de kunstmatige intelligentie-hype zitten, hebben het misschien niet gemerkt, maar het beeld van AI als een onstuitbare kracht die slimmer zou worden dan mensen en zelfs een bedreiging voor de mensheid zou kunnen vormen, kwam abrupt tot stilstand op 7 augustus, zegt columnist Michael Hiltzik in de LA Times.
Dat was de dag waarop het meest gevolgde AI-bedrijf, OpenAI, GPT-5 uitbracht: het langverwachte product dat volgens het bedrijf concurrenten te schande zou zetten en een nieuwe revolutie zou ontketenen.
Maar GPT-5 werd een teleurstelling. Het bleek minder gebruiksvriendelijk en in veel opzichten minder capabel dan eerdere modellen van OpenAI. Het maakte dezelfde lachwekkende fouten, was niet beter in wiskunde (soms zelfs slechter), en bood niet de vooruitgang die CEO Sam Altman en zijn team maandenlang hadden beloofd.
“AI-bedrijven dragen de Amerikaanse economie nu, maar het ziet er bubbelachtig uit,” zegt Alex Hanna, co-auteur van The AI Con.

De bubbel in cijfers en verwachtingen

Volgens Hanna dachten veel mensen dat de groei exponentieel zou zijn, maar in plaats daarvan “lopen we tegen een muur aan”.
Toch zijn er honderden miljarden dollars geïnvesteerd in AI-bedrijven door venture capitalists en techreuzen als Google, Amazon en Microsoft – zelfs al maken de meeste AI-labs nog geen winst.
Beursgenoteerde bedrijven proberen massaal mee te liften door AI-investeringen of AI-functies aan te kondigen, net zoals ondernemingen in de jaren 90 zichzelf “dot-coms” noemden om aantrekkelijker te lijken voor beleggers.
Nvidia, producent van chips voor AI, speelt vandaag de rol die Intel destijds had: een motor achter de beurshausse. Mocht blijken dat AI net zo’n luchtspiegeling is als de dot-coms, dan wacht beleggers een pijnlijke correctie.

GPT-5 ontmaskert de hype

De mislukte lancering van GPT-5 maakte pijnlijk duidelijk hoe afhankelijk de hele AI-industrie is van hype.
Voorafgaand aan de release vergeleek Altman GPT-5 nog met een “PhD-expert in elk vakgebied”. In werkelijkheid produceerde het model onzin:
  • Een kaart van de VS met niet-bestaande staten als Tonnessee en West Wigina.
  • Een lijst van de eerste 12 Amerikaanse presidenten met slechts 9 namen, waaronder “Gearge Washington” en “Thomason Jefferson”.
Gebruikers waren verontwaardigd, zeker omdat OpenAI oudere modellen tijdelijk had afgesloten. Op Reddit schreef iemand: “GPT-5 is verschrikkelijk. Kortere en slechtere antwoorden, irritante AI-stijl, minder persoonlijkheid… en geen optie om terug te schakelen.”
Ook de techmedia waren negatief: Futurism noemde het “een tegenvaller” en Ars Technica sprak van “een grote chaos”.

Het probleem met ‘opschalen’

Een van de grootste principes in AI, dat simpelweg meer rekenkracht en meer data de weg naar kunstmatige algemene intelligentie (AGI) zou openen, staat nu ter discussie.
Morgan Stanley schat dat er tegen 2028 bijna $3 biljoen nodig is voor datacenters en chips. Maar als AI niet schaalt zoals beloofd, kan dit geld grotendeels verspild blijken.
Zoals Hanna en co-auteur Emily Bender stellen: AI lijkt slim omdat het taal vloeiend kan gebruiken, maar dat is iets heel anders dan echt cognitie. We projecteren bewustzijn achter de woorden, terwijl dat er niet is.
Dit werd al in de jaren zestig door Joseph Weizenbaum (maker van chatbot ELIZA) opgemerkt: mensen dichten machines emoties toe, ook al is dat puur projectie.

Van “hallucinaties” tot productiviteitsmythes

Het gebruik van termen als “hallucinaties” voor AI-fouten versterkt die antropomorfisering, aldus Bender en Hanna. Bots hebben geen waarnemingen – ze verzinnen tekst.
Ondertussen raken steeds meer mensen overtuigd dat AI zijn beloftes niet waarmaakt:
  • Verwachte massale ontslagen in creatieve en technische beroepen blijven uit.
  • Productiviteit stijgt niet, en daalt soms zelfs, omdat werknemers extra tijd kwijt zijn aan het controleren van AI-fouten.
  • Economische winst blijkt beperkt: MIT-econoom Daron Acemoglu voorspelde vorig jaar slechts 0,5% productiviteitsgroei en 1% extra BBP in tien jaar – ver onder de rooskleurige claims van AI-bedrijven.

AI als marketingterm

De kernboodschap van Hanna en Bender: “kunstmatige intelligentie” is geen wetenschappelijke term, maar een marketingterm. Claims over bewustzijn, intelligentie en miljardenwinsten zijn vooral verkoopargumenten.
Zoals bij eerdere hypes zullen winsten slechts bij een kleine groep terechtkomen, terwijl de kosten door de rest van de samenleving worden gedragen. Alleen met een realistisch beeld van wat AI wel en niet kan, kan de wereld zich wapenen tegen een pijnlijke bubbel die nu op barsten lijkt te staan.
Plaats reactie