De Amerikaanse regering onder leiding van
Donald Trump heeft het eerdere exportverbod op
AI-chips deels ingetrokken. Dit maakt het mogelijk dat bedrijven zoals
Nvidia en AMD hun H20- en MI308-chips weer mogen exporteren naar China. In ruil daarvoor zullen zij 15% van de omzet uit deze verkopen afdragen aan de Amerikaanse overheid als “vergoeding”. Het is een opvallende strategie: exportrechten worden vervangen door een inkomensregeling, bedoeld om de toegang tot de Chinese markt te herstellen zonder de nationale veiligheid via traditionele beperkingen te ondermijnen. Deze ontwikkeling wordt breed besproken na rapportage in onder andere het Financial Times en overgenomen door
TechCrunch.
Kritiek en juridische vragen
Het nieuwe beleid stuit op kritiek. Juridische experts wijzen erop dat het feitelijk neerkomt op een vorm van exportheffing, iets wat volgens de Amerikaanse grondwet verboden is. Bovendien waarschuwen nationale veiligheidsspecialisten dat deze aanpak de geloofwaardigheid van het exportcontrolebeleid ondermijnt. Mensen voelen dat een akkoord waarbij je “betaalt om te mogen verkopen” grenzen verlegt.
Reactie van de industrie
Nvidia en AMD tonen zich positief. Ze benadrukken dat ze strikt werken binnen de kaders van de Amerikaanse regelgeving. Voor Nvidia is dit een cruciale stap: de H20-chip is speciaal afgestemd op exportbeperkingen en vormt een groot deel van hun inkomsten in China. Zonder deze exportlicenties zou dat tientallen miljarden dollars kosten. Dankzij het nieuwe akkoord kunnen zij die verkopen hervatten en tegelijkertijd tegemoetkomen aan de financiële eisen van de overheid.
Geopolitiek raakt AI-markt
Het akkoord komt op een moment dat de spanningen tussen de VS en China over technologie en AI hoog oplopen. Tegelijkertijd werkt China hard aan het ontwikkelen van eigen AI-chips om zijn afhankelijkheid van buitenlandse technologie te verminderen. Dat maakt het nieuwe exportakkoord extra kwetsbaar; het kan snel veranderen als de geopolitieke situatie roept om strengere maatregelen.
Machtsstrijd
Het nieuwe regelingstraject toont aan hoe complex de machtsstrijd is rond AI-technologie. Waar het voor bedrijven als Nvidia en AMD een groot commercieel voordeel is, roept de aanpak zulke fundamentele vragen op dat het hele export- en veiligheidsbeleid opnieuw op de schop lijkt te staan.