Trump kondigt 50% tarief op koperimport aan, mogelijk grote impact op AI-projecten

President Donald Trump heeft aangekondigd dat de Verenigde Staten vanaf 1 augustus een 50% importheffing op koper zullen invoeren, laat Bloomberg vandaag weten. Hij baseerde het besluit op een nationale veiligheidsanalyse gericht op het stimuleren van de binnenlandse productie van koper.

Koper speelt een grote rol bij de ontwikkeling van AI-infrastructuur. Het zit in alles, van datacenters en servers tot stroomkabels en koelsystemen. Hoewel Amerikaanse bedrijven grote hoeveelheden koper gebruiken, produceert de VS slechts de helft van zijn eigen behoefte. De rest komt uit landen als Chili, Canada en Peru. Door de heffing stijgen de kosten van deze cruciale AI-componenten, waardoor investeringen kunnen vertragen of beperkt worden.

De aankondiging leidde tot een forse stijging van koperprijzen op wereldmarkten. In de VS stegen futures naar recordniveaus: meer dan 12%. In Azië schommelden futures en premiums sterk door onzekerheid rondom de invoertermijn en de beschikbaarheid van kopervoorraden.

Trump’s doel is duidelijk: minder afhankelijk zijn van import en meer zelfvoorziening opbouwen in koper. Maar die ambitie stuit op structurele moeilijkheden. Nieuwe mijnen en raffinaderijen hebben vaak wel 10 tot 30 jaar nodig voordat ze operationeel zijn. Analisten waarschuwen dat de heffing vooral leidt tot stijgende kosten. Ze leveren op korte termijn weinig extra binnenlandse productie op.

Voor AI-projecten vormen de stijgende materiaalkosten een extra barrière. Datacenters draaien aanzienlijk duurder als koper duurder wordt. De politiek pakte dit op als een mogelijke rem op kunstmatige intelligentie-expansie in de VS. Ook andere sectoren, zoals de auto-industrie, elektronica en de bouw, zullen de effecten voelen door een stijgende inflatiedruk en hogere materiaalkosten.

Met deze ingreep wil Trump strategische onafhankelijkheid van koperimports bereiken. Maar de korte termijn laat vooral stijgende kosten zien voor industrieën als AI en infrastructuur. Totdat binnenlandse productie substantieel groeit, blijven prijsverhogingen vooral een pijnpunt in plaats van een structurele oplossing.