Na een week waarin de technologiemarkten duidelijk onder
druk kwamen te staan, rijst de vraag of beleggers hun vertrouwen in kunstmatige intelligentie aan het verliezen zijn. Een
analyse in TechCrunch schetst een beeld waarin houdingen ten opzichte van AI mogelijk veranderen.
Een abrupte knik in de cijfers
De index van technologiebedrijven, de Nasdaq, daalde afgelopen week met ongeveer 3 procent. Dat is de sterkste weekdaling sinds april. In die neergaande golf werden juist bedrijven die sterk in AI investeren hard geraakt: onder andere Palantir Technologies verloor 11 procent, Oracle Corporation 9 procent en Nvidia Corporation 7 procent van de beurswaarde. Tegelijk lieten bedrijven zoals Meta Platforms en Microsoft Corporation na hun sterke investeringen in AI alsnog koersdalingen zien van ongeveer 4 procent.
Analisten gaven aan dat de waarderingen van AI-bedrijven inmiddels “stretching” zijn geworden. Jack Ablin van Cresset Capital zag dat “het minste beetje slecht nieuws overdreven wordt … en goed nieuws niet genoeg lijkt om het verschil te maken omdat de verwachtingen al te hoog lagen”.
Waarom het lijkt te haperen
Drie factoren lijken samen te werken bij het ontstaan van het haperende vertrouwen. Ten eerste is er de enorme verwachting: AI wordt gezien als de volgende grote golf in technologie, en bedrijven investeren fors om aan te haken. Maar als de rendementen niet snel zichtbaar worden, zakken de short-term verwachtingen in of ontstaat scepticisme over het tempo van verandering. Ten tweede spelen macro-economische omstandigheden mee: zorgen over consumentenvertrouwen, regeringsbezuinigingen en wereldwijde economische spanning dragen bij aan terughoudendheid in riskantere assets zoals tech-aandelen. Ten derde blijkt uit de koersbewegingen dat beleggers misschien minder bereid zijn om nog extra premie te betalen voor bedrijven die enkel inzetten op “toekomstige AI-winsten”.
Wat betekent dit voor de sector?
Voor technologiebedrijven is dit moment kritisch. Aan de ene kant willen zij blijven investeren in AI-infrastructuur, modellen en talent. Aan de andere kant moeten ze aangeven hoe die investeringen zich vertalen in resultaten die beleggers begrijpen en waarderen. Als de waardepropositie vaag blijft of ver onder de verwachting zit, kan dat gevolgen hebben voor toekomstige financiering, koersontwikkeling en strategische keuzes.
Voor beleggers is het een moment van reflectie. Durf je nu nog te geloven in de belofte van AI, of wacht je liever op concrete resultaten? Bedrijven die zich richten op lange termijn groei, maar met hoge kosten nu, staan onder extra druk.
Welke vraag blijft hangen?
De kernvraag is: is dit slechts een tijdelijke terugslag of een eerste teken dat middelen en verwachtingen heroverwogen moeten worden? Het artikel laat zien dat het vertrouwen misschien geknakt is, maar het zegt niet dat AI voorbij is. Wat we niet weten is hoe lang deze vertrouwensdip duurt, en of er onderliggend structurele problemen zijn zoals businessmodellen die onvoldoende opschaling tonen.
Voor nu geldt dat Wall Street even stilstaat bij de grote verhalen rond AI en vraagt om meer dan alleen beloften van groei. Wat telt, is hoe bedrijven die groei daadwerkelijk kunnen realiseren en in welk tempo.