AVG

De Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en kunstmatige intelligentie (KI) lijken op het eerste gezicht op gespannen voet te staan. KI-systemen gedijen bij grote hoeveelheden data en flexibel hergebruik daarvan, terwijl de AVG principes als dataminimalisatie en doelbinding voorschrijft.

Uit onderzoek blijkt echter dat de AVG geen onoverkomelijke belemmering vormt voor KI-innovatie in Europa. De verordening kan op een manier worden geïnterpreteerd die verantwoorde KI-toepassingen ondersteunt, terwijl fundamentele rechten beschermd blijven.

De AVG stelt wel duidelijke grenzen aan profilering en geautomatiseerde besluitvorming, maar biedt ruime uitzonderingen wanneer passende waarborgen worden getroffen. Ook biedt de verordening flexibiliteit voor onderzoeks- en statistische doeleinden.

De grootste uitdaging ligt in de rechtsonzekerheid door vage bepalingen in de AVG. Ontwikkelaars hebben behoefte aan concrete richtsnoeren van toezichthouders over hoe ze KI op een AVG-conforme manier kunnen ontwikkelen en toepassen.

Door privacy en gegevensbescherming te integreren in het ontwerp van KI-systemen, kan Europa een voortrekkersrol spelen in de ontwikkeling van betrouwbare en mensgerichte kunstmatige intelligentie.