Negen op de tien Europese ondernemingen verhogen dit jaar hun
AI-budget, ondanks dat de meeste nog geen meetbaar rendement zien. Deloitte concludeert dat bedrijven niet langer twijfelen over de noodzaak van AI, maar wel over de snelheid waarmee het zich terugbetaalt.
AI blijft topprioriteit in bedrijfsbudgetten
Volgens nieuw
onderzoek van Deloitte verhoogt 85 procent van de Europese ondernemingen dit jaar opnieuw hun investeringen in kunstmatige intelligentie. Toch geeft slechts 6 procent aan dat deze investeringen binnen een jaar rendement opleveren.
Het onderzoek, uitgevoerd onder bijna tweeduizend leidinggevenden, waaronder honderd Nederlandse bestuurders, laat zien dat de terugverdientijd gemiddeld twee tot vier jaar bedraagt.
Ondanks dat lange tijdspad blijft de bereidheid om te investeren groot.
- Zestig procent van de bedrijven wil het AI-budget in het komende jaar met 5 tot 20 procent verhogen.
- Een kleinere groep (6 procent) gaat verder en verhoogt met meer dan 40 procent.
De conclusie is helder: de AI-hype heeft plaatsgemaakt voor structurele strategische prioriteit. Bedrijven zien AI niet langer als experiment, maar als onmisbaar onderdeel van hun digitale toekomst.
“AI is geen upgrade, maar een nieuwe manier van werken”
Hoewel de financiële opbrengsten nog achterblijven, erkennen bestuurders dat AI-projecten meer opleveren dan directe winst. De technologie verhoogt de efficiëntie, versnelt besluitvorming en versterkt klantrelaties, maar dat vertaalt zich niet altijd in euro’s.
“Kunstmatige intelligentie is geen technische upgrade, het is eerder een extra paar hersenen of handen,” zegt Deloitte in
haar rapport. “Echte productiviteitswinst ontstaat pas wanneer organisaties hun manier van werken fundamenteel herzien.”
Bedrijven die AI vooral zien als technologie-implementatie lopen daardoor achter op concurrenten die AI integreren in bedrijfsprocessen, organisatiecultuur en personeelsbeleid.
Belemmeringen: van datakwaliteit tot infrastructuur
De ondervraagde bestuurders noemen vijf belangrijke obstakels die de AI-rendabiliteit beperken:
- Moeilijk meetbare voordelen: verbeterde klantbetrokkenheid of medewerkerstevredenheid zijn lastig in geld uit te drukken.
- Gefragmenteerde IT-systemen: verouderde of losstaande platforms maken integratie met AI-modellen complex.
- Onvoldoende datakwaliteit: slechte of onvolledige data leiden tot foutieve analyses en ondermijnen vertrouwen.
- Infrastructuurtekorten: één op de vier organisaties noemt een tekort aan rekenkracht of cloudcapaciteit als grootste belemmering.
- Snelle technologische evolutie: AI-modellen ontwikkelen zich sneller dan organisaties ze kunnen testen of waarderen.
Daarmee blijkt dat de uitdaging niet primair technologisch is, maar organisatorisch en strategisch.
AI als HR-vraagstuk: personeel bepaalt de doorbraak
Tijdens het technologie-event VivaTech in Parijs werd eerder dit jaar al duidelijk dat AI ook een HR-uitdaging vormt. Internationale topmanagers noemden AI daar een “mens-machine-transitie” die vraagt om nieuwe vaardigheden, leiderschapsstijlen en samenwerking tussen teams.
Bedrijven die AI succesvol implementeren, doen dat volgens experts door medewerkers actief te betrekken bij het ontwerp en gebruik van AI-toepassingen.
“De grootste winst komt niet uit automatisering, maar uit het beter benutten van menselijk talent,” concludeerde Emerce naar aanleiding van die conferentie.
Waarom bedrijven tóch blijven investeren
Ondanks de obstakels is er nauwelijks sprake van afremming. Volgens Deloitte wordt de angst om achterop te raken genoemd als de belangrijkste reden om door te investeren.
AI-toepassingen groeien immers snel uit tot basiscomponenten van bedrijfsvoering:
- Chatbots en assistenten versnellen klantenservice.
- Generatieve AI helpt bij contentcreatie en productontwerp.
- Analyse-algoritmen ondersteunen besluitvorming in logistiek en finance.
De meeste organisaties gebruiken AI inmiddels om werkprocessen te stroomlijnen en medewerkers te ondersteunen, niet om ze te vervangen. Daarmee verschuift de rol van AI van hype naar structureel hulpmiddel.
Nederland: voorzichtig optimistisch
Nederlandse bedrijven volgen de Europese trend. Uit het onderzoek blijkt dat driekwart van de Nederlandse bestuurders verwacht dat AI op termijn kosten bespaart of omzet verhoogt, maar slechts een klein deel kan dat nu al aantonen.
Veel Nederlandse organisaties kampen met gebrekkige data-architectuur en gefragmenteerde cloudomgevingen. Ook het tekort aan gekwalificeerd AI-personeel blijft een rem.
Toch groeit de ambitie: steeds meer bedrijven zetten AI-projecten op in samenwerking met kennisinstellingen of gespecialiseerde startups. De nadruk ligt op praktische toepassingen in financiële dienstverlening, logistiek, zorg en industrie.
Wat dit betekent voor de markt
De huidige cijfers laten zien dat AI zich ontwikkelt tot een structurele investeringscategorie, vergelijkbaar met digitalisering in de jaren 2000 of cloudcomputing in de jaren 2010.
Bedrijven beseffen dat niet investeren een groter risico vormt dan te vroeg investeren. De focus ligt minder op directe winst en meer op strategische waardecreatie: concurrentievoordeel, snellere innovatie en betere besluitvorming.
Volgens Deloitte zal de echte productiviteitsgroei pas zichtbaar worden vanaf 2027, wanneer de eerste grootschalige AI-projecten volledig zijn geïntegreerd in bedrijfsprocessen.
Conclusie
AI-investeringen in
Europa stijgen opnieuw, maar het rendement blijft voorlopig uit. Bedrijven zien kunstmatige intelligentie steeds minder als een experimentele technologie en steeds meer als een essentieel onderdeel van hun toekomststrategie.
Hoewel terugverdientijden oplopen en obstakels hardnekkig blijven, is het geloof in de lange-termijnwaarde van AI groter dan ooit. De boodschap van de Europese topbestuurders is helder:
AI is niet langer een keuze, maar een onvermijdelijke stap richting de volgende industriële revolutie.