Microsoft tekent EU-AI-gedragscode

Terwijl de Europese Unie zich klaarstoomt voor striktere AI-regels, kiezen Microsoft en Meta elk hun eigen koers, laat Reuters vandaag weten. Microsoft staat op het punt om zich aan te sluiten bij de vrijwillige Code of Practice voor general-purpose AI, terwijl Meta beslist weigert te tekenen. Deze tegenstelling onderstreept de groeiende verdeeldheid over AI-regulering in Europa.

Microsoft-president Brad Smith liet aan Reuters weten: “Ik denk dat het waarschijnlijk is dat we zullen tekenen. We moeten de documenten nog bestuderen.” Volgens Smith biedt de code rechtsszekerheid aan bedrijven die zich voorbereiden op de EU-regels en ondersteunt het een constructieve dialoog met de Europese AI Office. De code vereist onder andere het publiceren van samenvattingen van de data waarmee modellen zijn getraind en een beleid tegen schendingen van auteursrechten.

Dit weekend werd bekend dat Meta zich juist tegen de nieuwe regels keert. Meta's Chief Global Affairs Officer, Joel Kaplan, is verre van enthousiast. In een LinkedIn-post stelde hij dat de richtlijnen “juridische onzekerheden” introduceren en “ver voorbij de reikwijdte van de AI Act″ gaan. Kaplan benadrukte dat ook 45 Europese bedrijven, waaronder ASML en Bosch, dergelijke zorgen delen en waarschuwden dat de regels innovatie zullen onderdrukken. 

De EU-code is officieel vrijwillig, maar voor leveranciers van geavanceerde AI-modellen wordt deelname sterk aanbevolen. Niet-ondertekenaars lopen een risico op strengere regelgeving en verhoogde inspectie, hoewel de AI-wet zelf vanaf 2 augustus van kracht is met volledige handhaving in 2027.

OpenAI en Mistral hebben zich al bereid verklaard de code te ondertekenen. Google en andere techreuzen volgen de situatie nauwkeurig.

De verschillende reacties van Microsoft en Meta op het nieuwe beleid van de Europese Unie laten zien dat er spanning bestaat over de regulering van AI. Sommige bedrijven kiezen voor nauwe samenwerking met Europese instellingen, maar sommige spelers zien regelgeving vooral als rem zien op hun innovatie.