Nvidia zoekt balans tussen VS en China

Nvidia baas Jensen Huang is de afgelopen week druk in de weer geweest met het promoten van AI, en dat deed hij niet alleen in de Verenigde Staten maar ook in China. Tijdens zijn bezoek aan Washington D.C. ging Huang langs bij president Trump en verschillende beleidsmakers om te praten over de groeiende rol van AI in de samenleving. Daarbij lag de nadruk vooral op het creëren van banen, het versterken van de AI infrastructuur en het terughalen van productiefaciliteiten naar Amerika.

Kort daarna stapte Huang op het vliegtuig richting Beijing. Daar ontmoette hij hooggeplaatste ambtenaren en vertegenwoordigers van grote bedrijven. In China ging het gesprek vooral over hoe AI de productiviteit kan verhogen en kansen kan creëren voor mensen wereldwijd.

Op zakelijk vlak had Nvidia ook groot nieuws. Na maanden onzekerheid mag het bedrijf weer zijn H20 GPU’s verkopen aan China. De Amerikaanse overheid heeft daarvoor het groene licht gegeven. Deze GPU’s zijn speciaal aangepast om te voldoen aan de exportregels, zodat Chinese bedrijven ze mogen gebruiken voor AI toepassingen.

Daarnaast presenteerde Huang een gloednieuwe chip: de RTX Pro GPU. Deze is ontworpen voor slimme fabrieken en geavanceerde logistieke systemen en moet bedrijven helpen met het bouwen van digitale tweelingen van hun productieprocessen. Een duidelijk teken dat Nvidia niet stil staat en zijn dominante positie in de AI markt wilt behouden.

Tijdens zijn wereld tour benadrukte Huang het belang van AI voor de toekomst. “AI moet net zo toegankelijk zijn als energie, water en internet,” aldus de CEO. Nvidia zet daarom vol in op open source AI, foundation modellen en wereldwijde toegankelijkheid. Het doel is duidelijk: AI moet niet alleen voor rijke landen beschikbaar zijn, maar ook voor opkomende economieën in bijvoorbeeld Latijns-Amerika en Azië. Niet alleen eerlijk voor wereldwijde gebruikers maar natuurlijk ook goed voor de portemonnee van Nvidia.