VS staat Nvidia toe om geavanceerde AI-chips naar China te exporteren

Chipfabrikant Nvidia heeft toestemming gekregen van de Amerikaanse overheid om opnieuw geavanceerde AI-chips naar China te exporteren, volgens Reuters. Het gaat om de zogenaamde H20-chips, speciaal ontworpen om te voldoen aan Amerikaanse exportbeperkingen. Deze beslissing kan grote gevolgen hebben voor de wereldwijde concurrentie in kunstmatige intelligentie.

De CEO van Nvidia, Jensen Huang, bevestigde het nieuws in een interview. Volgens hem is de levering inmiddels gestart en zijn er al Chinese klanten die gebruikmaken van de nieuwe chips. De H20-chip is speciaal aangepast om onder de limieten van de Amerikaanse wetgeving te blijven. Dat betekent dat de prestaties weliswaar iets zijn teruggeschroefd, maar dat ze nog steeds krachtig genoeg zijn voor veel AI-toepassingen.

De relatie tussen de Verenigde Staten en China is al jaren gespannen, onder andere op het gebied van technologie. De VS vreest dat China met geavanceerde chips militaire of spionagetoepassingen kan ontwikkelen. Daarom werden er in 2022 en 2023 strenge exportregels ingesteld voor krachtige rekenchips. In mei van dit jaar zei Huang dat de pogingen van de VS om een chipverbod in te stellen voor China zijn mislukt.

Nvidia werd daardoor gedwongen om een aangepaste chiplijn te ontwerpen, waaronder de H20. Deze chips leveren minder rekenkracht dan topmodellen zoals de H100, maar zijn nog steeds geschikt voor het trainen van AI-modellen en het draaien van slimme algoritmes.

Voor Nvidia is de Chinese markt van groot belang. Ongeveer 20 tot 25 procent van hun omzet komt traditioneel uit China. Het verbod op export had dan ook financiële gevolgen voor het bedrijf. Met deze versoepeling hoopt Nvidia opnieuw terrein te winnen in Azië.

De Amerikaanse overheid probeert met deze beslissing een balans te vinden: China niet volledig afsnijden van moderne technologie, maar tegelijkertijd voorkomen dat het land een voorsprong opbouwt op het gebied van AI voor defensieve doeleinden.