Westerse markt sceptisch over AI in voertuigen

Uit de studie blijkt dat het begrip van AI sterk varieert per regio. In China begrijpt meer dan 80% van de ondervraagden het gebruik van AI in voertuigen, terwijl dit percentage onder Europese bestuurders slechts 54% bedraagt. Deze kenniskloof verklaart deels de aarzelende houding in Europa, waar men vaak onzeker is over de voordelen van AI en de mogelijke risico’s die ermee gepaard gaan.

Daarnaast zijn Europese consumenten terughoudend in hun bereidheid om te betalen voor AI-functionaliteiten in voertuigen. Slechts 23% van de Europese respondenten wil betalen voor extra AI-functies, tegenover 39% in China. Voor veel Europese consumenten geldt dat AI-functies eerder als standaard dan als betaalde opties verwacht worden.

Een opvallend resultaat uit de studie is dat traditionele autofabrikanten het vertrouwen genieten van de consument bij het implementeren van AI, met 64% van de respondenten die vertrouwen heeft in gevestigde autoproducenten. Technologiebedrijven zoals Apple en Google scoren lager met 50%, wat suggereert dat de consument vertrouwde merken verkiest voor technologische integratie.

Hoewel de Westerse markt sceptisch is over AI in voertuigen, worden er ook voordelen erkend. AI kan waarde toevoegen op gebieden zoals rijhulpsystemen, slimme routeplanning en voorspellend onderhoud. Toch blijft de uitdaging voor autofabrikanten om deze innovaties succesvol te vermarkten, vooral in Europese markten waar consumenten terughoudend zijn.