We bevinden ons in een uniek moment in de menselijke geschiedenis. Volgens
Sam Altman, CEO van OpenAI, zijn we al voorbij het kantelpunt: de explosieve groei richting kunstmatige superintelligentie is begonnen. En verrassend genoeg voelt het tot nu toe minder futuristisch dan we hadden verwacht. Wanner en hoe komen we bij het volgende level: Artificial general intelligence (AGI)? Of gaat het niet zo hard?
Wat is er nu al veranderd?
Hoewel we nog geen humanoïde robots op straat zien en nog steeds te maken hebben met ongeneeslijke ziektes, is er een stille revolutie gaande. Systemen zoals GPT-4 zijn in veel opzichten intelligenter dan mensen, en versterken onze productiviteit en creativiteit op ongekende wijze. Deze tools zorgen ervoor dat:
- Wetenschappers 2 tot 3 keer zo productief zijn.
- Coderen radicaal verandert door AI-agenten.
- Complexe taken worden geautomatiseerd en geoptimaliseerd.
Kortom, de lastigste wetenschappelijke doorbraken liggen al achter ons. Nu volgen de toepassingen — en die kunnen exponentieel groeien. Dat deelt Altman in zijn
blogpost. Mogelijk de laatste die hij niet schrijft met behulp van AI, stelt hij.
De toekomst: superintelligentie, energie en overvloed
Volgens Altman komt er een tijdperk aan waarin intelligentie en energie in overvloed beschikbaar zijn. Dit zijn de twee fundamentele factoren die vooruitgang historisch gezien hebben beperkt. Als we die beperkingen opheffen, openen zich vrijwel alle andere mogelijkheden.
Wat kunnen we verwachten in de komende jaren?
- 2025: AI-agenten die zelfstandig code schrijven.
- 2026: AI ontdekt zelf nieuwe inzichten.
- 2027: Robots die fysiek werk in de echte wereld uitvoeren.
- 2030: Eén persoon kan 10x meer bereiken dan in 2020.
De wereld zal ingrijpend veranderen, maar niet in alles. Mensen zullen nog steeds liefde voelen, met familie zijn, zwemmen in meren en spelletjes spelen. Toch zullen de mogelijkheden die voor ons liggen anders zijn dan ooit tevoren.
De economische en maatschappelijke impact
Superintelligentie zal niet alleen wetenschap versnellen, maar ook een enorme economische waarde creëren. Dit kan leiden tot een nieuwe sociale ordening, waarin:
- Nieuwe vormen van werk ontstaan.
- Robots andere robots kunnen bouwen.
- De kosten van intelligentie dalen tot bijna de kosten van elektriciteit.
AI-gestuurde vooruitgang kan het tempo van ontdekking en innovatie drastisch verhogen. Denk aan een decennium aan wetenschappelijke doorbraken in één jaar.
Van technologische naar maatschappelijke uitdaging
Toch waarschuwt Altman voor de keerzijde van deze revolutie. AI op schaal kan grote positieve én negatieve gevolgen hebben. Kleine fouten in afstemming kunnen, wanneer ze miljoenen keren worden vermenigvuldigd, enorme schade aanrichten.
Daarom ziet hij twee cruciale stappen:
- Oplossen van het alignment-probleem: AI moet leren handelen naar onze collectieve lange-termijnwaarden, niet enkel op korte-termijn interacties (zoals sociale media).
- Democratiseren van superintelligentie: toegang moet breed verspreid worden en niet geconcentreerd raken in handen van enkele bedrijven of landen.
Hoe ziet de samenleving van 2035 eruit?
De kans is groot dat de technologie van 2035 ons nu nog absurd lijkt. Misschien ontdekken we eerst nieuwe fundamentele natuurwetten en zetten we het jaar daarna al de stap naar ruimtekolonisatie. Misschien ontwikkelen we brain-computer interfaces of volledig autonome wetenschappelijke onderzoekers.
Toch zullen mensen zich blijven aanpassen. Zoals in de industriële revolutie nieuwe beroepen ontstonden, zullen we ook nu nieuwe manieren vinden om betekenis te geven aan werk en leven. Wat vandaag als "echt werk" voelt, kan over 1.000 jaar even absurd overkomen als hoe een middeleeuwse boer naar ons zou kijken.
De laatste meters naar superintelligentie
Volgens Altman bouwen we gezamenlijk een brein voor de wereld. OpenAI noemt zichzelf daarom allereerst een superintelligentie-onderzoeksbedrijf. De tools die we nu al hebben versnellen de ontwikkeling van nog betere tools. We staan aan het begin van een tijdperk waarin ideeën de enige echte beperkende factor zijn.
Het ultieme doel? Intelligentie zo goedkoop dat het bijna gratis is, net als water of elektriciteit. En hoewel dat als sciencefiction klinkt, waren veel voorspellingen uit 2020 over 2025 destijds net zo ongeloofwaardig.
Conclusie: een indrukwekkende, maar beheersbare toekomst
De singulariteit komt geleidelijk, maar onvermijdelijk. Elke kleine vooruitgang wordt snel normaal, totdat het onvoorstelbare de nieuwe standaard is. De uitdaging is niet alleen technologisch, maar vooral maatschappelijk. We moeten bepalen wat we willen en hoe we die richting vormgeven.
Zoals Altman het stelt: “Mogen we soepel, exponentieel en zonder al te veel incidenten doorgroeien naar superintelligentie.”