In een recent essay betoogt Adi Robertson dat we onderweg zijn naar een internet waarbij je steeds vaker “je paspoort moet tonen”, een zogenoemde age gating, zelfs voor sociale media, aldus
The Verge.
Steeds meer landen nemen
maatregelen om websites en apps enkel toegankelijk te maken voor volwassenen. Wat begon met de eis dat pornografische sites een leeftijdscontrole toepassen, breidt zich nu uit naar sociale media, forums en andere online platforms. Robertson merkt op dat de Britse Online Safety Act gebruikers onder de 18 jaar verplicht om hun leeftijd te verifiëren voordat content te zien krijgen die “niet voor hen bedoeld is”.
Opkomst van toegangspoorten op het web
Oorspronkelijk was leeftijdscontrole vooral van toepassing op pornografie, films en games. Overheden wilden voorkomen dat kinderen ongepaste content te zien kregen. In het VK werd ooit zelfs gesproken over een fysieke “porn pass”: een kaart die men in de winkel moest kopen én verifiëren om online toegang te krijgen. Dat plan sneuvelde, maar het idee dat je je identiteit moet tonen als je het web betreedt, dreigt terug te keren.
Vandaag experimenteren EU-landen en Australië met vergelijkbare regels. In de VS merkte het Hooggerechtshof recent op dat leeftijdsverificatie voor sociale media mogelijk constitutioneel toegestaan is: een stap die velen verraste.
Praktische problemen en privacyzorgen
Wanneer websites eisen dat je je leeftijd bevestigd, vaak via paspoort, rijbewijs of biometrische scans, ontstaat direct een risico voor
privacy. Een database vol gevoelige gegevens kan een aantrekkingskracht zijn voor hackers. Robertson wijst op recente incidenten: Discord-gerelateerde ID-gegevens en de inlichtingendiensten die gevoelige data lekten in andere apps.
Sommige platforms experimenteren met lichtere verificatiemethoden: patronen in accountactiviteiten, datum van aanmaak of gedragsanalyses. Maar die zijn vatbaar voor fouten of omzeiling. Een 17-jarige die slim speelt, zou toch toegang kunnen krijgen, en andersom.
Kleine sites en onafhankelijke makers hebben het extra zwaar. Strenge regels kunnen zij niet zomaar naleven: de lasten van identiteitschecks kunnen hun bedrijf doen instorten. Robertson merkt op dat veel van deze initiatieven grotere platforms bevoordelen, waardoor de machtsbalans op het web al verschuift.
Vrijheid vs. bescherming: een fijne balans
De centrale vraag is of de extra beveiliging de nadelen waard is. Voorstanders zeggen dat het kinderen moet beschermen, seksuele exploitatie tegengaan en ouders meer controle geven. Tegenstanders waarschuwen dat het anonimiteit wegneemt, toegang beperkt tot nuttige informatie (bijv. hulplijnen, seksualiteitseducatie) en dat het een precedent schept voor steeds drukkere controle over wat je mag zien op het web.
Robertson concludeert dat dit niet langer een theoretisch debat is. De netneutraliteit, privacyprincipes en online openheid waar een generatie voor vocht, worden heronderhandeld, via wetten, technische eisen en regelgeving. Of we straks een vrij internet behouden of een ruimte vol toegangspoorten, hangt sterk af van de keuzes die beleidsmakers, bedrijven en gebruikers maken in de komende jaren.