Europa wil achterstand goedmaken met miljardenplan voor AI gigafabrieken

De Europese Unie heeft grootse plannen om haar achterstand op het gebied van kunstmatige intelligentie ten opzichte van de Verenigde Staten en China in te halen. Met een investering van €20 miljard wil de EU zogeheten AI giga fabrieken bouwen, enorme datacenters waar rekenkracht, data en talent samenkomen.

Deze giga fabrieken zijn allesbehalve standaard. Ze worden vier keer krachtiger dan de grootste bestaande AI fabrieken die momenteel wereldwijd beschikbaar zijn en vormen een soort “one-stop-shop” voor alles wat met AI ontwikkeling te maken heeft. Volgens Brussel is dat broodnodig, want momenteel hebben vooral start-ups en MKB’s nauwelijks toegang tot voldoende rekenkracht om echt mee te doen in de AI wedloop.

Er is veel animo voor het plan, inmiddels hebben 16 EU lidstaten samen 76 interesse verklaringen ingediend voor in totaal 60 mogelijke locaties voor de fabrieken. De eerste fabriek gaat al binnen enkele weken open, en in september start een groot project in München. Als alles volgens plan verloopt, kunnen deze fabrieken 15% extra rekenkracht toevoegen aan het Europese totaal, een flinke sprong vooruit en essentieel voor de AI race.

De EU benadrukt ook het belang van data soevereiniteit. Lidstaten willen AI systemen kunnen bouwen op basis van eigen data, eigen infrastructuur en waar mogelijk zelfs op eigen chips. Nvidia lijkt voorlopig de belangrijkste chipleverancier te worden, maar er wordt ook gewerkt aan Europese samenwerkingen.

Toch is er ook kritiek. Het stroomverbruik per fabriek kan oplopen tot 1 gigawatt, wat druk zet op het toch al overbelaste stroomnet in delen van Europa. Daarnaast zijn subsidies alleen niet voldoende; er zullen ook flinke private investeringen nodig zijn om het plan echt van de grond te krijgen.

Met dit ambitieuze plan hoopt de EU haar technologische onafhankelijkheid te vergroten en haar concurrentiepositie in de snel groeiende AI markt te versterken. Of het lukt? Dat zal de komende jaren blijken.