Waar veel commentatoren spreken van een teleurstelling,
ziet Klein juist een sprong voorwaarts: niet zozeer in rauwe rekenkracht, maar in bruikbaarheid en menselijke nabijheid.
ChatGPT is een tool die steeds meer werk kan doen. Maar wordt het ook écht belangrijk voor (bijna) iedereen?
Van gimmick naar hulpmiddel
Klein kreeg al vroeg toegang tot eerdere generaties van GPT, maar die lieten hem grotendeels koud. GPT-3 was vooral een conceptueel experiment en GPT-4 voelde ondanks indrukwekkende prestaties vaak kunstmatig en oppervlakkig. Met de komst van GPT-5 ervaart hij voor het eerst wat het betekent om écht een digitale assistent te hebben.
Hij vertelt hoe de AI hem hielp bij het vinden van een geschikte zomerkamp voor zijn kinderen, het uitwerken van een onderzoeksproject over liberalisme en zelfs bij het herkennen van een huiduitslag als contacteczeem. Volgens Klein voelt GPT-5 aan als “het laatste puzzelstukje” in de evolutie van AI tot nuttig dagelijks hulpmiddel.
Kritiek en zorgen blijven
Dat betekent niet dat GPT-5 foutloos is. Klein erkent dat hallucinaties nog steeds voorkomen – zoals het verzinnen van een niet-bestaand album van producer Floating Points. Toch valt hem op dat de betrouwbaarheid en de duur van complexe taken de afgelopen jaren spectaculair zijn verbeterd.
De echte zorgen liggen volgens hem elders:
- Energieverbruik: datacenters zouden tegen 2030 meer stroom gebruiken dan heel Japan vandaag de dag.
- Machtsconcentratie: AI-bedrijven kapitaliseren op de volledige kennisgeschiedenis van de mensheid, zonder duidelijke maatschappelijke tegenprestatie.
- Afhankelijkheid: steeds meer professionals – van artsen tot programmeurs en juristen – gebruiken AI informeel, vaak zonder officiële kaders of regelgeving.
Twee visies op de toekomst
Klein schetst een debat tussen twee kampen van experts:
- AI als normale technologie – volgens Princeton-wetenschappers Arvind Narayanan en Sayash Kapoor is kunstmatige intelligentie te vergelijken met elektriciteit: waardevol, maar langzaam diffunderend in de economie door bureaucratie en infrastructuur.
- AI 2027-scenario – voorspeld door onderzoekers en denkers als Scott Alexander en Daniel Kokotajlo: een wereld waarin AI zichzelf vanaf 2026 versneld verbetert, autonoom wordt en menselijke controle in korte tijd ondermijnt.
Klein staat sceptisch tegenover de extreem snelle tijdlijn, maar hij erkent dat AI-codering waarschijnlijk binnen tien jaar menselijke programmeurs voorbijstreeft, wat de ontwikkeling drastisch kan versnellen.
AI als alledaags fenomeen
Wat hem vooral treft, is de normalisering. In vijf jaar tijd is een chatbot geëvolueerd van stuntelige taaloutput naar een systeem dat miljoenen mensen dagelijks raadplegen als coach, dokter, vriend of sparringpartner.
Die alledaagsheid noemt Klein zowel wonderlijk als gevaarlijk: “Wat betekent het als een generatie kinderen opgroeit met een AI die altijd beschikbaar is en nooit weggaat?”
Conclusie
Ezra Klein laat zich in zijn opinie niet meeslepen door hype of doemdenken, maar plaatst GPT-5 in de context van menselijke afhankelijkheid, energiepolitiek en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zijn kernboodschap: de technologie is minder spectaculair dan sommige critici of optimisten voorspellen, maar ingrijpender in hoe ze stilletjes in ons dagelijks leven binnendringt.