Met de introductie van
Sora 2 heeft
OpenAI zijn intrede gedaan in het domein van AI-video’s, precies op het moment dat Google met Veo 3 zich diep nestelt in zijn ecosysteem van tools. Hoewel beide modellen video’s kunnen genereren, verschillen ze op wijze van benadering, gebruiksscenario’s en designkeuzes, aldus
Digit.
Sora 2: filmisch, expressief, sociaal
Op 30 september 2025 werd Sora 2 gelanceerd, samen met een zelfstandige iOS-app. De focus ligt niet alleen op technisch kunnen, maar op creatieve expressie en sociale betrokkenheid, je kunt video’s remixen, jezelf of anderen in scènes invoegen (met toestemming), en rondkijken met camerasturing, sfeer of cinematografische toon.
De sterktes van Sora 2 zijn onder andere realisme (details, beweging, natuurkundige correctheid), synchronisatie van audio en visuele elementen (zoals dialoog en achtergrondgeluiden), en de mogelijkheid om prompts verder te sturen in termen van stemming of cameravoering.
Sora 2 richt zich van meet af aan op gebruik door makers: niet als een researchmodel, maar als product, met ingebouwde moderatiefilters, verificatiesystemen en beperkingen qua gebruik.
Veo 3: efficiëntie, schaalbaarheid en integratie
Veo 3 bestaat al langer in Google’s arsenaal en is geïntegreerd in diensten zoals Gemini, YouTube en Google Workspace. Het model excelleert als een werkpaard: betrouwbaar in het volgen van duidelijke instructies, geoptimaliseerd voor productiegericht gebruik, en met een vorm van “fast mode” die clips snel en met lage latentie kan genereren.
Een opvallende eigenschap is dat Veo 3 al een geïntegreerde audio-mix kan uitvoeren: de dialoog, geluidseffecten en achtergrondgeluid worden in één enkele stap gesynchroniseerd met de visuele output. Ook biedt Veo 3 nu verticale video (9:16) op 1080p-aan, wat belangrijk is voor platforms als TikTok of Reels.
Dankzij de nauwe koppeling met Google’s producten voelt Veo 3 aan als onderdeel van de workflow van makers die al in het Google-ecosysteem zitten. Voor hen is het minder een nieuw platform dan een uitbreiding van wat ze al gebruiken.
Waar liggen de verschillen?
Hoewel beide systemen video kunnen genereren, onderscheiden ze zich vooral in hun benadering. Sora 2 is meer een artistiek instrument: gericht op expressie, creativiteit en interactieve visualisatie. Veo 3 daarentegen is gepositioneerd als infrastructuur: snel, consistent en schaalbaar.
Daarnaast ligt het verschil in ambitie: Sora 2 nodigt makers uit om te experimenteren met vormen, stemmingen en remix-creatie. Veo 3 biedt zekerheid voor massa-productie van content — video’s waarin elke prompt consistent wordt uitgevoerd zonder verrassingen.
Veo 3 is ook beperkter in duur; momenteel richt het zich op korte clips, terwijl Sora 2 de grenzen opzoekt naar cinematografisch werk.
Wat bepaalt de keuze van makers?
Voor makers die visuele expressie en artistieke controle willen, zal Sora 2 aantrekkelijk zijn. Voor wie betrouwbare output en schaalbaarheid zoekt, bijvoorbeeld voor marketing, uitlegvideo’s of onderwijscontent, is Veo 3 waarschijnlijk praktischer.
De ultieme vraag wordt: welke ecosysteem kiest de maker, en welke prioriteit geeft hij of zij aan creativiteit versus efficiëntie?
Met Sora 2 heeft
OpenAI zijn antwoord op Google’s lange voorbereidingen gegeven: een AI-video-oplossing die niet alleen concurrerend is qua technologie, maar ook scherp op design en makersgerichtheid. Veo 3 blijft dé werktool voor wie video’s wil produceren in volume zonder constant te sleutelen aan de output.
Reacties van gebruikers
De onthulling van Sora heeft direct reacties opgeroepen in de tech- en mediagemeenschap. Sommigen prijzen de innovatieve insteek en stellen dat Sora de grenzen van wat mogelijk is met AI-video verlegt. Ze zien het als een nieuwe creatieve tool, waarin makers kunnen experimenteren met visuele storytelling, remixing en interactieve content.
Anderen uiten zorgen over de gevolgen voor privacy, identiteit en misbruik. Hoe ver kun je toestemming laten gaan? Wat gebeurt er als mensen hun cameo vergeten te intrekken, maar dat toch misbruikt wordt?