Op scholen in de Verenigde Staten krijgt het begrip ‘bijscholing’ een nieuwe betekenis. In klaslokalen waar normaal gesproken grammatica en wiskunde de boventoon voeren, leren docenten nu hoe ze kunstmatige intelligentie kunnen inzetten in hun lessen. En dat gebeurt niet zomaar: grote technologie bedrijven als Microsoft, OpenAI en Anthropic
steken miljoenen in de opleiding van leraren, in samenwerking met Amerikaanse onderwijsvakbonden.
Samenwerking tussen Silicon Valley en de klas
De American Federation of Teachers (AFT) ontvangt onder meer $12,5 miljoen van
Microsoft, $8 miljoen van OpenAI en $500.000 van Anthropic om een
AI trainings hub in New York op te zetten. Het doel is ambitieus: binnen vijf jaar 400.000 leraren trainen, zowel online als in persoon. De trainingen moeten docenten helpen om AI te gebruiken voor lesvoorbereiding, administratieve taken en gepersonaliseerd
onderwijs.
Ook de grootste lerarenvakbond van het land, de National Education Association (NEA), doet mee. Microsoft investeert daarnaast $325.000 in een apart programma dat AI trainingen aanbiedt aan de drie miljoen NEA leden.
Wat opvallend is: de techbedrijven hebben geen directe invloed op de inhoud van de trainingen. Leraren ontwerpen de modules zelf, met nadruk op thema’s als privacy, veiligheid en ethiek.
AI educatie is strategische zet van Trump
De samenwerking past in een bredere nationale strategie. De
Trump regering heeft een AI Education Task Force opgericht die moet zorgen dat de Verenigde Staten wereldwijd voorop loopt in AI vaardigheden. Microsoft breidt zijn inspanningen uit met een wereldwijde investering van $4 miljard in AI onderwijs, terwijl Google $1 miljard toezegt voor vergelijkbare projecten.
Hoewel veel leraren enthousiast zijn over de tijdwinst en het gemak dat AI oplevert, klinkt ook een voorzichtige waarschuwing. Experts en Microsoft voorzitter Brad Smith benadrukken dat technologie nooit het kritisch denken of de menselijke creativiteit mag vervangen. Zoals een docent het verwoordde: “AI kan mijn werk makkelijker maken, maar niet betekenisvoller, dat blijft aan mij.”