Terence Tao zet AI op scherp: AGI is ver weg en huidige technieken zijn trucjes

dinsdag, 16 december 2025 om 16:20

Terence Tao waarschuwt echte AGI is nog ver weg

Terence Tao waarschuwt dat echte kunstmatige algemene intelligentie voorlopig buiten bereik blijft. De wereldberoemde wiskundige stelt deze week dat huidige AI-systemen vooral uitblinken in wat hij “artificial general cleverness” noemt. Dat is slimme probleemoplossing zonder werkelijk begrip. Zijn analyse zet opnieuw druk op het debat over de grenzen van kunstmatige intelligentie in 2025.

Terence Tao plaatst kanttekeningen bij doorbraakverhalen over AI

Terence Tao, een van de meest gerenommeerde wiskundigen ter wereld, stelt dat huidige AI-modellen geen stap dichter bij echte kunstmatige algemene intelligentie zijn gekomen. Kunstmatige algemene intelligentie, vaak afgekort als AGI, verwijst naar systemen die zelfstandig kunnen redeneren, leren en begrijpen op menselijk niveau. Volgens Tao is dat met de huidige generatie AI-tools simpelweg niet haalbaar.

Tao deelde zijn visie op het decentrale sociale netwerk Mathstodon. Daarin schrijft hij dat wat we nu zien geen echte intelligentie is, maar een zwakkere vorm die hij omschrijft als “general cleverness”. Deze vorm van slimheid levert wel degelijk waarde op, maar mist fundamenteel begrip.

Wat bedoelt Terence Tao met “artificial general cleverness”?

Volgens Tao draait “general cleverness” om het oplossen van brede klassen complexe problemen via ad hoc-methoden. Die methoden zijn vaak statistisch, gebaseerd op brute rekenkracht of herhaling van patronen uit trainingsdata. Ze werken soms verrassend goed, maar blijven volgens hem fundamenteel oppervlakkig.

Belangrijke kenmerken van deze vorm van AI zijn volgens Tao:

De uitkomsten zijn vaak niet uitlegbaar of moeilijk te interpreteren.
De oplossingen kunnen foutief of ongegrond zijn.
Succes ontstaat vooral door schaal, niet door begrip.
Resultaten lijken slim, maar zijn geen bewijs van echte intelligentie.

Toch benadrukt Tao dat deze systemen nuttig kunnen zijn. Vooral wanneer mensen strikte controlemechanismen toepassen om slechte of onbruikbare output te filteren, kunnen AI-tools op grote schaal problemen aanpakken waar individuele mensen tekortschieten.

AI als indrukwekkende, maar teleurstellende goocheltruc

Tao vergelijkt moderne AI met een slimme goocheltruc. In eerste instantie wekt de technologie verwondering en bewondering. Zodra duidelijk wordt hoe de truc werkt, verdwijnt een deel van de magie. Wat overblijft is technisch respect, maar geen ontzag voor intelligentie.

Volgens Tao verklaart dit waarom veel gebruikers AI tegelijk indrukwekkend en onbevredigend vinden. De systemen produceren soms briljante resultaten, maar tonen geen echt begrip of intentie. Dat wringt met het populaire narratief dat AGI elk moment kan doorbreken.

Slimheid en intelligentie zijn bij AI losgekoppeld

Een belangrijk punt in Tao’s analyse is dat slimheid en intelligentie bij mensen sterk samenhangen, maar bij AI juist niet. AI-modellen worden geoptimaliseerd voor outputkwaliteit en probleemoplossing, niet voor begrip of bewustzijn.

Hij stelt daarom voor om AI te zien als een stochastische generator van ideeën. Soms zijn die ideeën slim en bruikbaar, vaak ook niet. Wie AI inzet met die realistische verwachting, kan er volgens Tao productiever mee werken aan moeilijke vraagstukken.

Discussie over AGI blijft verdeeld

De uitspraken van Tao zorgen voor discussie in de AI-gemeenschap. Veel techbedrijven en onderzoekers voorspellen snelle vooruitgang richting AGI. Tao’s nuchtere analyse staat daar haaks op. Tegelijk erkennen ook critici dat zijn visie gewicht heeft, gezien zijn intellectuele reputatie.

De vraag blijft of “general cleverness” een tussenfase is richting echte intelligentie, of een eindstation op zich. Voorlopig lijkt Tao te kiezen voor het tweede scenario.