De
Europese Unie staat opnieuw voor een cruciale keuze rond kunstmatige intelligentie. Terwijl de
AI Act bedoeld is om risico’s te beperken, klinkt nu een steeds luidere roep om de wet tijdelijk te parkeren. Achter de schermen woedt een strijd tussen bedrijven, toezichthouders en politici over de juiste balans tussen veiligheid en vooruitgang.
AI wet in Europa niet duidelijk genoeg volgens Draghi
Voormalig Italiaans premier Mario Draghi
pleit voor een pauze in de uitvoering van de
AI Act. Deze Europese wet trad in 2024 in werking, maar zal pas in 2027 volledig gelden. Volgens Draghi zijn er te veel onduidelijkheden over de gevolgen voor bedrijven en innovatie. Hij wijst op mogelijke “nadelen” en pleit voor een moment van bezinning.
De AI Act kent meerdere fasen. De eerste, die het verbod op AI toepassingen met onaanvaardbare risico’s regelt, verloopt tot nu toe soepel. Maar de tweede fase, die strengere eisen stelt aan hoog-risico toepassingen zoals in infrastructuur en gezondheidszorg, stuit op zorgen.
Meer dan 40 grote Europese bedrijven, waaronder ASML, Philips, Siemens en het Franse Mistral, riepen eerder al op tot een tweejarige stop. Zij vinden dat ze meer tijd nodig hebben om hun processen aan te passen.
Ook is nog onduidelijk welke nationale toezichthouders de regels moeten handhaven en hoe de EU omgaat met generatieve AI systemen zoals
ChatGPT en Gemini. Ondertussen werkt Brussel aan een zogenoemde “digital omnibus”, een pakket dat in december verschijnt en bestaande technologie-regels moet vereenvoudigen.
Druk van de Verenigde Staten en critici op pauze AI wet
Niet iedereen juicht een pauze toe. Mensenrechten- en consumentenorganisaties waarschuwen dat het uitstellen of opnieuw openen van de wet kan leiden tot een afbrokkeling van juridische bescherming voor burgers.
Bovendien speelt geopolitiek mee. De Verenigde Staten, onder president Trump, dreigen met extra importheffingen als de EU doorgaat met regelgeving die Amerikaanse techbedrijven kan raken. Dit zet extra druk op Brussel om een middenweg te vinden tussen economische belangen en het beschermen van Europese waarden.