Maakt AI jongeren minder slim? Onderzoek waarschuwt voor gevaren in de klas

Steeds meer kinderen en jongeren gebruiken kunstmatige intelligentie (AI) zoals ChatGPT of Google Gemini op school. Dat lijkt handig: je krijgt snel hulp bij een schrijfopdracht of een moeilijke tekst. Maar volgens een nieuw onderzoek van MIT kan dat ook nadelen hebben, laat Washington Post weten. Jongeren zouden namelijk minder goed nadenken als ze AI gebruiken.

Onderzoekers van het bekende Amerikaanse MIT hebben gekeken wat er gebeurt in de hersenen van jongeren die AI gebruiken om teksten te schrijven. Ze ontdekten dat de hersenen dan minder actief zijn. Met speciale apparatuur zagen ze dat jongeren minder nadenken als een chatbot helpt met schrijven. Ze onthielden hun teksten ook slechter.

Dat is volgens de onderzoekers zorgelijk. “AI helpt snel, maar zorgt er ook voor dat je zelf minder moeite doet om iets te bedenken of te begrijpen,” zeggen ze.

Studenten die AI gebruiken, hadden meer moeite met het zelf bedenken van goede teksten. Ze vertrouwden vaak helemaal op wat de chatbot zei, zonder zelf na te denken of het wel klopt of goed is. Daardoor werd hun eigen creativiteit en denkvermogen minder.

De onderzoekers zeggen dat dit op de lange termijn problemen kan geven. Als je AI voor alles gebruikt, leer je zelf minder. Je wordt dan minder goed in het bedenken van oplossingen of het kritisch bekijken van informatie.

Google heeft zijn AI-assistent Gemini nu ook beschikbaar gemaakt voor jongeren onder de 18 jaar, via scholen. Daarmee kunnen leerlingen bijvoorbeeld hulp krijgen bij werkstukken, e-mails schrijven of samenvattingen maken.

Sommige leraren zijn enthousiast. Ze vinden dat AI leerlingen kan helpen, net als een rekenmachine dat doet bij wiskunde. Maar andere docenten maken zich zorgen. Ze merken dat sommige leerlingen hun opdrachten bijna helemaal door AI laten maken, zonder er zelf aan te werken.

De onderzoekers zeggen niet dat AI verboden moet worden. Maar ze vinden wel dat leerlingen het op een goede manier moeten leren gebruiken. Het is beter als AI pas wordt ingezet nadat een leerling zelf iets heeft geprobeerd. Dan blijft het eigen denkwerk centraal staan, en kan AI helpen om het beter te maken.

Sommige scholen maken nu regels: bijvoorbeeld dat je bij een opdracht moet uitleggen wat je zelf hebt geschreven en wat AI heeft gedaan. Ook zijn er programma’s die kunnen controleren of een tekst door AI is gemaakt.

AI zal niet verdwijnen uit het onderwijs. Maar het is belangrijk dat we leren er verstandig mee om te gaan. Want als je alles door een chatbot laat doen, leer je zelf minder.

Volgens experts is het belangrijk dat leerlingen en docenten met elkaar praten over hoe AI gebruikt mag worden. AI kan veel, maar ons eigen denken blijft belangrijk. Zo zorgen we ervoor dat AI een hulpmiddel is — en niet iets dat ons dommer maakt.