Data-centra-boom in Sydney steunt op vage plannen voor waterverbruik

In New South Wales, de staat rond Sydney, zijn sinds 2021 tien grote data-centra goedgekeurd met een totale bouwwaarde van A$6,6 miljard. Grote namen zoals Microsoft, Amazon en AirTrunk staan achter deze projecten. Volgens documenten die Reuters onderzocht heeft, beloven de centra uiteindelijk jaarlijks tot 9,6 gigaliter schoon water te gebruiken, dat is bijna 2% van de maximale watervoorraad van Sydney, volgens Reuters.

Hoewel de projecten waterverbruik aangeven, zijn de plannen vaak vaag als het gaat om besparingen. Slechts een paar van de recente goedgekeurde projecten noemen concrete manieren om minder drinkwater te gebruiken, bijvoorbeeld regenwateropvang of hergebruikt water. De meeste documenten geven geen duidelijke cijfers over hoeveel water bespaard wordt. De regels van de staat zeggen wel dat ontwikkelaars moeten uitleggen hoe ze het verbruik minimaliseren, maar eisen geen meetbare besparingen. 

Met deze groei van data-centra ontstaat er zorg over de druk op Sydney’s waterbronnen, vooral in tijden van droogte. Water komt daar voor een groot deel uit één dam en een ontziltingsinstallatie. In recente jaren zijn al strengere maatregelen genomen tijdens droge periodes, zoals een verbod op sproeien of auto’s wassen met een tuinslang. 

Lokale bestuurders waarschuwen dat verdere goedkeuring van data-centra zonder duidelijke waterplannen de situatie verergeren kan. Ze roepen op tot tijdelijke stopzetting (‘moratorium’) van goedkeuringen totdat strengere regels over waterverbruik zijn vastgesteld.

Kleine boeren en bedrijven die afhankelijk zijn van de watervoorziening kunnen bijzonder kwetsbaar zijn. Zij gebruiken vaak al het meeste water buiten stedelijke gebieden, en nu kunnen ze te maken krijgen met beperkte toegang als het totale verbruik stijgt. 

De regelgeving nu schrijft voor dat ontwikkelaars moeten aangeven hoe ze water willen besparen, maar niet hoeveel. Er wordt niet systematisch afgedwongen dat concrete reductiepercentages of prestatiedoelen worden geformuleerd. Dat maakt het moeilijk om te meten of plannen echt effect hebben.