SingularityNET (AGIX) heeft ambitieuze plannen onthuld voor de ontwikkeling van een netwerk van supercomputers om een doorbraak te realiseren in Artificial General Intelligence (AGI). Hoewel huidige
kunstmatige intelligentie (AI) systemen, zoals OpenAI’s chatbot ChatGPT, indrukwekkend presteren in specifieke taken, blijven ze ver verwijderd van echte menselijke intelligentie. SingularityNET richt zich daarentegen op het trainen van complexe
AI architecturen die dit wel kunnen bereiken. AGI wordt gezien als de volgende grote stap in AI ontwikkeling. Als het eenmaal is bereikt, zou het namelijk het potentieel hebben om vrijwel elke taak die een mens kan uitvoeren, over te nemen of te verbeteren
Supercomputers
Het kernstuk van dit project is een
nieuwe supercomputer, die naar verwachting in 2025 gereed zal zijn. Deze supercomputer, uitgerust met de nieuwste technologie zoals Nvidia GPU’s, AMD-processors en Tenstorrent-serverrekken, is ontworpen om de enorme rekenkracht te leveren die nodig is voor geavanceerde AI systemen.
Het netwerk zal AI componenten omvatten die menselijk gedrag nabootsen, zoals spraak en beweging. Een AGI systeem zou nieuwe informatie snel kunnen verwerken en zich aan nieuwe situaties kunnen aanpassen zonder specifieke voorprogrammering. In theorie zou AGI niet alleen complexe problemen kunnen oplossen, maar ook een soort bewustzijn of zelfreflectie kunnen ontwikkelen, vergelijkbaar met menselijke introspectie.
Om dit mogelijk te maken wordt gebruikgemaakt van grote taalmodellen en neurale netwerken die zijn geïnspireerd op de structuur van het menselijk brein. Om de samenwerking tussen deze diverse AI systemen te coördineren, heeft SingularityNET de open-source software OpenCog Hyperon ontwikkeld. De software dient als de 'dirigent' van het netwerk, die de verschillende AI processen op elkaar afstemt.
AGIX token
Om toegang te krijgen tot het netwerk moet je AGIX tokens bezitten. Dit is cryptocurrency die werkt op blockchains, Bitcoin (BTC) en Ethereum (ETH). Gebruikers kunnen niet alleen toegang krijgen, maar ook bijdragen aan de ontwikkeling van AGI door data te delen.