De de G7 landen, waar onder andere de Verenigde Staten (VS), het Verenigd Koninkrijk (VK), Duitsland en Japan bij horen, hebben
aangekondigd dat zij overwegen strengere handhavingsmaatregelen te nemen om de concurrentie in de snelgroeiende
kunstmatige intelligentie (AI) sector te waarborgen.
Er heerst namelijk een risico dat een aantal bedrijven te dominant wordt. Tijdens een tweedaagse top in Rome benadrukten de autoriteiten van elk land het belang van een dergelijke “collusie” tussen AI bedrijven te voorkomen. Dit zou namelijk kunnen leiden tot prijsafspraken, het delen van gevoelige informatie of zelfs de vorming van monopolies.
De G7 wil de concurrentiedruk vergroten door het wegnemen van de zogenaamde "bottlenecks" die het voor nieuwe spelers moeilijk maken om toegang te krijgen tot essentiële AI tools, data en gespecialiseerde chips. Grote bedrijven hebben vaak een voorsprong omdat zij als eerste toegang krijgen tot deze middelen, wat de toetreding van nieuwe spelers tot de markt belemmert.
Bescherming van consumenten
Daarnaast uitte de G7 zorgen over de manier waarop AI kan worden misbruikt om de auteursrechten van contentmakers te schaden. Ook waarschuwden ze voor de impact van AI op consumenten, vooral wanneer AI systemen valse of misleidende informatie verspreiden. Doordat de technologie het eenvoudiger dan ooit maakt om afbeeldingen, video’s en stukken tekst te creëren, zien we ook dat criminelen hier maar al te graag gebruik van maken. Ook voeren landen onderling steeds vaker campagnes uit om nepnieuws te verspreiden en op die manier de invloed uit te oefenen op verkiezingen in een land.
Beleid en samenwerking
Om deze problemen aan te pakken, hebben de G7 landen richtlijnen opgesteld die eerlijke concurrentie, toegang, innovatie, transparantie en verantwoordelijkheid binnen de AI sector moeten bevorderen. Ze benadrukten bovendien het belang van open technische standaarden, die innovatie kunnen stimuleren en voorkomen dat consumenten en bedrijven gevangen raken in gesloten ecosystemen.