China loopt voorop in ‘embodied AI’ en slimme robotica

Als het over kunstmatige intelligentie (AI) gaat, denken veel mensen meteen aan Silicon Valley. Amerika loopt op veel vlakken voorop. Maar dat geldt zeker niet voor alles. Op een terrein is China juist hard op weg om de leiding te nemen: de integratie van AI in het dagelijks leven. En dat is goed te merken aan de opmars van ‘embodied AI’ in China. Wat is het? En waarom investeert het land hierin?

Embodied AI is een vorm van kunstmatige intelligentie die niet alleen in digitale vorm bestaat (zoals chatbots of zoekalgoritmes), maar ook een fysieke verschijningsvorm heeft. Het wordt geïntegreerd in machines zoals robots, drones of autonome voertuigen, waardoor deze zelfstandig kunnen waarnemen, beslissen en handelen in de echte wereld.

Denk aan een drone die zelfstandig maaltijden bezorgt, een robotarm die in een fabriek auto-onderdelen monteert, of een humanoïde robot die interactie aangaat met mensen in een winkel of op straat.

In een land als China, waar de vergrijzing stevig begint door te drukken, wordt embodied AI gezien als de oplossing om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen. Maar het is niet alleen een praktische noodzaak, het is ook een strategische troef.

Door vol in te zetten op slimme robots en autonome technologieën, wil China zich minder afhankelijk maken van Amerikaanse techreuzen én tegelijkertijd zijn eigen innovatiekracht in de schijnwerpers zetten.

Neem bijvoorbeeld Shenzhen, de techhoofdstad van China. In deze innovatieve stad zoeven drones zelfstandig door de lucht om eten af te leveren bij zogeheten ‘airdrop cabinets’ in het park. Geen bezorger te zien, alleen een slim en geautomatiseerd systeem dat snel, efficiënt en contactloos werkt.

Het is precies dit soort futuristische toepassingen die perfect aansluiten bij de bredere strategie van de Chinese overheid: technologie inzetten als motor voor economische vernieuwing én als antwoord op maatschappelijke uitdagingen.