Wordt kunstmatige intelligentie (AI) beter dan de mens? Wie weet komt deze utopische (of distopische) toekomst eerder dan verwacht. Zo blijkt uit een recent onderzoek van de Universiteit van Pittsburgh dat door kunstmatige intelligentie (AI) geschreven gedichten populairder zijn bij veel mensen dan poëzie geschreven door mensen.
Het onderzoek liet deelnemers gedichten beoordelen die door AI waren geschreven. Hieruit bleek dat deze gedichten niet alleen vaker als menselijk werden herkend, maar ook een hogere kwaliteitsscore kregen dan de werken van bekende dichters.
De studie vergeleek werken van tien beroemde Engelstalige dichters, waaronder William Shakespeare en Emily Dickinson, met door ChatGPT 3.5 gegenereerde gedichten in dezelfde stijl. Verrassend genoeg hadden lezers meer moeite om menselijke poëzie te herkennen dan AI gedichten, wat laat zien dat de technologie steeds beter in staat is om menselijke schrijfstijlen na te bootsen. AI gedichten slagen erin om beelden, emoties en thema’s op een duidelijke en toegankelijke manier over te brengen.
Volgens de onderzoekers waardeert de gemiddelde lezer de eenvoud en directe stijl van AI gedichten. Menselijke poëzie daarentegen is vaak complex en vereist diepgaande analyse om volledig begrepen te worden.
Toch uitten dichters zoals Joelle Taylor kritiek op de AI creaties. Ze benadrukte dat poëzie meer is dan een algoritme en verwees naar elementen zoals empathie, passie en verrassing die essentieel zijn voor echte kunst. Bovendien stelde ze dat de voorbeelden waarop AI is getraind, vaak verouderd en eenzijdig zijn, wat bijdraagt aan een beperkte representatie van wat poëzie werkelijk kan zijn.
Daarnaast suggereren de auteurs van het onderzoek dat de uitdaging om AI gedichten te onderscheiden van menselijke werken een reden kan zijn voor overheden om regelgeving te ontwikkelen, bijvoorbeeld op het gebied van transparantie. Hoewel AI de potentie heeft om kunstvormen te herdefiniëren, is het cruciaal dat het debat over deze ontwikkeling wordt voortgezet.