Uitbreidingen van AI-infrastructuur blijven doorgaan ondanks waarschuwingen

De wereldwijde bouw van infrastructuur voor kunstmatige intelligentie blijft op volle toeren draaien. Volgens een artikel van Reuters stijgen investeringen door grote technologiebedrijven én traditionele industrieën in razendsnel tempo, zelfs te midden van waarschuwingen voor overwaardering.

De analyse laat zien dat bedrijven zoals Nvidia, Microsoft en Amazon aan de frontlinie staan van deze infrastructuur-opbouw. Nvidia werd recent het eerste bedrijf ooit met een markt­waarde van meer dan 5 biljoen dollar, mede dankzij zijn centrale rol in AI-chips. Microsoft en OpenAI ondertekenden een nieuwe deal die OpenAI’s toegang tot financiering verbetert en implicaties heeft voor de ontwikkeling van kunstmatige algemene intelligentie (AGI).

Maar het zijn niet alleen de techreuzen. Meer dan 100 «niet-tech» ondernemingen, van industriële machines tot energiebedrijven, noemden expliciet investeringen in datacenters, koeling, stroomvoorziening of AI-hardware tijdens hun recente kwartaalgesprekken. Voorbeelden zijn bedrijven als Caterpillar en Honeywell, die aangeven dat hun leveringen aan datacenters sterk groeien.

Onderzoeksbureau Goldman Sachs schat dat de wereldwijde investeringen in AI-gerelateerde infrastructuur tussen nu en 2030 kunnen oplopen naar 3 tot 4 biljoen dollar. Voor 2025 alleen al verwacht men dat Microsoft, Amazon, Meta Platforms en Alphabet gezamenlijk ongeveer 350 miljard dollar zullen investeren in capital expenditure voor AI en infrastructuur. Een groot deel van die middelen gaat naar hardware (zoals chips), datacenters en zelfs import van IT-apparatuur uit Taiwan, Zuid-Korea en Vietnam.

Tijdens recente rapportages over kwartaalcijfers benadrukten veel bedrijven dat AI-projecten hun aandacht krijgen. Zo meldde Caterpillar dat de verkoop van onderdelen voor datacenters met meer dan 30 procent omhoog is gegaan. Anderen gaven aan dat ze ontwerpen voor stroomvoorziening en koeling moesten aanpassen vanwege de hoge eisen die AI-systemen stellen. Een beleggingsbeheerder zei zelfs dat hij niet langer alleen kijkt naar tech-bedrijven zelf, maar naar de hele keten: van energie en industrie tot koeling en componenten.

Ondanks de hoge tempo’s en investeringen klinken er wel waarschuwingen. Analisten wijzen erop dat de verhouding tussen investering (capex) en daadwerkelijke omzet nog scheef is: bedrijven geven veel uit, maar verdienen nog relatief minder terug. De levensduur van sommige AI-chips wordt geschat op vijf jaar of minder, waardoor snelle vervanging nodig is — wat weer de kosten opdrijft. Tevens vragen beleggers zich af of deze investeringen wel voldoende rendement zullen opleveren binnen een redelijke termijn.

Voor sectoren betekent deze bouwopgave dat investeringen zich verspreiden over de hele economie. De bouw van nieuwe datacenters, koelsystemen, energie­systemen en AI-hardware creëert activiteit in veel takken van industrie. Voor investeerders betekent het dat AI-infrastructuur een belangrijk thema is geworden. Voor beleidsmakers komt de vraag op hoe deze investeringen regulering, infrastructuur en internationale handel raken.